GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 208

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 208

[Deel 2]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

IN GOED

VERTROUWEN

Ter verwoording van zijn program voor de Afrikaner partij hanteerde S. J. du Toit, zoals we zagen, onbekommerd het jargon van de Nederlandse antirevolutionaire beweging, hoewel hij er op allerlei punten een andere werkelijkheid mee aanduidde. Christelijk-nationaal onderwijs was in Nederland iets anders dan in Zuid-Afrika. Calvinisme en neocalvinisme, antithese en soevereiniteit in eigen kring, de wijsbegeerte der wetsidee: ze duidden in Nederland en Zuid-Afrika niet geheel dezelfde realiteiten aan. Een serieuze historische analyse, aan de hand van de primaire bronnen, kan slechts tot de conclusie komen dat Guillaume Groen van Prinsterer, Abraham Kuyper en Herman Dooyeweerd niet de peetvaders waren van de filosofie van de apartheid of eigensoortelijke ontwikkeling. Ook al gebruikten verdedigers van de apartheid soms hun begrippen. Die hadden daar, in een andere context, immers een andere betekenis. Niet schuldig aan de apartheidsideologie dus. Maar geheel onschuldig aan de apartheid waren gereformeerd Nederland en de v u óók niet. Het probleem achter die paradox is de term apartheid. Veel mensen omschrijven die met een enkelvoudige, massieve definitie: apartheid is een abject geloof in raciale ongelijkheid dat stelselmatige onderdrukking van anderen toestaat; het is zonde en ketterij. Met een dergelijke definitie, die een moreel oordeel vormt, is op zich niet veel verkeerd, behalve dat zij de apartheid geen geschiedenis en geen ontwikkeling toeschrijft. Sociale ongelijkheid en raciale verschillen ontmoetten elkaar in de geschiedenis van Zuid-Afrika al vroeg. De Kaapkolonie kende, als vestigingskolonie, vanaf 1652 een koloniale sociale structuur, multiraciaal en multicultureel. 17 Door de Grote Trek van 1834 en de diamant- en goldrush van 1867/1886 werd die oude koloniale samenleving overgebracht naar het binnenland, en werd daar gecombineerd met een ander koloniale structuur, die van de colonie d'exploitation, met zijn twee gescheiden en zeer onderscheiden bevolkingsgroepen die elkaar voornamelijk ontmoetten op de (arbeids)markt. Dit koloniale Zuid-Afrika kende allerlei raciale tegenstellingen, vormen van segregatie en onderschikking, maar geen apartheid. De opbouw van dit Zuid-Afrika ging samen met de competitie om de beheersing ervan tussen het Britse imperialisme en het Afrikaner nationalisme. Het oplopend conflict tussen Engeland en de Boerenrepublieken, eind negentiende eeuw, deed de kritische vragen bij de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 208

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's