Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 209
De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005
projecten in alle windstreken
208
Bij het afwegen van de vraag of een zinvolle relatie kan worden aangegaan, is één van de criteria of de partnerinstelling de vereiste deskundigheid daarvoor in huis heeft. De relatie moet niet volledig eenzijdig zijn. Een samenwerkingsrelatie dient echter aan meer voorwaarden te voldoen. De instelling voor hoger onderwijs waarmee wordt samengewerkt moet ook een ruime mate van academische vrijheid hebben. Daarnaast moet de partneruniversiteit voldoende mogelijkheden hebben voor een kritische rol binnen de politiek-maatschappelijke context waarin zij functioneert. Als de keuze bestaat tussen een christelijke en een niet-christelijke universiteit, dan is het gestelde doel voor de samenwerking beslissend bij de partnerkeuze, en niet een eventuele voorkeur voor een verwante instelling. De relaties met verwante instellingen krijgen in de nota aparte aandacht. De samenwerking met geestverwanten zou vooral moeten gaan over mondiale vraagstukken waarbij de toekomst van de mens en de samenleving in het geding is, en waarbij de christelijke levensbeschouwing een wezenlijke bijdrage kan leveren voor de fundamentele achtergrondvragen. Te denken valt aan de dialoog met het marxisme, de islam, de joodse godsdienst, en de bevrijdingstheologie. Maar ook de vragen van oorlog en vrede, milieuproblemen, voedsel, bevolking en schaarse hulpbronnen, en de grenzen en mogelijkheden van communicatie en gedragsbeïnvloeding. Juist bij ‘het dienen van God en Zijn wereld’ is het noodzakelijk dat de vu beschikt over goede relaties met instanties die hetzelfde doel beogen, zoals de Wereldraad van Kerken en andere oecumenische organisaties. In hoeverre moet de vu bij het afwegen van een universitaire samenwerkingsrelatie ook de politieke situatie van het betreffende land beoordelen? De nota spreekt uit dat niet het regime van het land, maar de rol van de partneruniversiteit en de te ondernemen activiteiten, bij de beoordeling centraal moeten staan. Een repressief politiek klimaat zal de projectuitvoering zeker belemmeren, maar belangrijker is de vraag of de potentiële partner kans ziet de kleine marges goed te benutten. Als dat niet kan, en als de academische vrijheid grotendeels ontbreekt, dan heeft de samenwerking geen reëel perspectief. Als de vu een samenwerkingsrelatie verbreekt dan moet zij de beslissing publiek verantwoorden.
Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 208
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 363 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 363 Pagina's