De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 102

AFGEWEZEN

Naar de toenmalige bestuurlijke procedures vereiste het besluit van het College van Bestuur de goedkeuring van de universiteitsraad, na voorafgaand advies van de Commissie voor Internationale Samenwerking (cis). De c i s volgde het principebesluit, op één lid na - de voorzitter van de progressieve studentenfractie in de universiteitsraad, de geschiedenisstudent Hans van Dijk; volgens hem was de delegatie in strijd met het verbreken van de overeenkomst met Potchefstroom. Centraal in het advies van de c i s stond, dat de conferentie de v u de gelegenheid bood verantwoording te doen van haar omgang met haar uitgangspunten en doelstelling. De v u maakte immers een proces door, zij onderging een duidelijke verandering ('het meest getypeerd in de nieuw geformuleerde doelstelling') en was bezig een nieuwe identiteit te ontwikkelen. Deelname aan de conferentie zou kunnen helpen deze identiteit te expliciteren en uiteenzetten, met name gezien ook omdat thema en programma ervan 'een denkwereld presenteert die niet (meer) gemeengoed is binnen de v. u. \331 Deze afstand tussen de v u en de andere deelnemers aan de i k g speelde ook in het debat over het CvB-voorstel in de universiteitsraad. Aan tegenstanders, die in het voorstel tot deelname inconsistentie zagen, probeerde Brinkman de eigen positie van de v u duidelijk te maken door enerzijds te stellen, dat de v u in diezelfde tijd ook deelnam aan een conferentie in Moskou, wat immers ook 'niet enigerlei vorm van instemming met de daar gangbare opvattingen en systemen' betekent. Anderzijds wilde Brinkman de suggestie wegnemen dat 'de broeders daar (...) nog allemaal met hun voeten in de dertiger jaren vastzitten en dat wij ons intussen daaraan ontworsteld hebben. Dat zou me iets te pretentieus zijn'.332 Het is duidelijk, dat het cis-advies en Brinkmans argumentatie beide voortkwamen uit de wens, de betrokkenheid bij Zuid-Afrika en de apartheidsproblematiek principieel te doordenken; de problematiek raakte immers het functioneren van de v u als christelijke instelling. Op 6 mei 1975 verschafte de universiteitsraad het groene licht, door met 17 tegen 12 en 1 onthouding een motie af te keuren die stelde dat geen delegatie van of uit de v u aan de conferentie te Potchefstroom diende deel te nemen - de v u moest zich volgens de opstellers van de motie richten op instellingen voor de gekleurde bevolkingsgroepen in zuidelijk Afrika.333 Nadat het College van Bestuur al 25 april 1975 de komst van een de-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen