GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 74

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 74

Eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eredoctoraten

ten. De Amerikaan Paul G. Hoffmann gaf echter een gewone en daarom bijzondere reden voor zijn afwezigheid: het werk ging voor. Het werk: zijn directoraat van het ‘Special United Fund’ van de Verenigde Naties voor ontwikkelingssamenwerking. Als zijn afgevaardigde nam een lager geklasseerde functionaris van de Verenigde Naties, W. Gibson Parker, de bul in ontvangst. Hoffmann kreeg de bul volgens zijn promotor prof. dr. W. J. Wieringa vanwege zijn inspanningen om het de ontwikkelingslanden mogelijk te maken zichzelf te bedruipen. Dat hij zelf zijn eredoctoraat niet in ontvangst kon nemen, zat Hoffmann niet in de koude kleren. Nog een half jaar na de plechtigheid schreef hij rector magnificus W. F. de Gaay Fortman: ‘One of my great disappointments in the past few months was my inability to be with you, because I knew it would be a memorable occasion.’ Dat was zeker het geval, al lag dat niet aan promotor prof. dr. W. J. Wieringa. Deze economisch historicus beschikte ongetwijfeld over vele kwaliteiten – maar speechen in het openbaar was er niet een van. Wel schetste hij op 20 oktober 1965 een gedegen beeld van Hoffmanns betrokkenheid bij de Derde Wereld. Die was gespeend van paternalisme of filantropie, aldus Wierenga. Hoffmann was zowel nuchter als betrokken – en zou zo invulling geven aan de bijbelse norm van gerechtigheid. De kersverse eredoctor had een lange staat van dienst op het terrein van de economische hulpverlening. Hij was zijn loopbaan na de Tweede Wereldoorlog begonnen met hulp aan de Eerste Wereld als bestuurder van de economische samenwerking. Die functie vormde, zo oordeelde promotor Wieringa, de opmaat voor de veel zwaardere die in de jaren vijftig zou volgen als afgevaardigde bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bij de Economische en Sociale Raad. Wieringa beklemtoonde in zijn toespraak dat Hoffmanns handelen bepaald werd door de norm van bijbelse gerechtigheid, die ook de Vrije Universiteit hoog in het vaandel had staan. Hoewel het begrip niet valt, liep zijn toespraak uit op een pleidooi voor ‘rentmeesterschap’, een begrip dat nadien terug te vinden was bij christen-democraten van diverse pluimage. Wieringa’s toespraak werd in New York ongeveer tezelfdertijd voorgedragen door minister Th. H. Bot van Ontwikkelingssamenwerking, die daaraan niet al te tactvol toevoegde dat een eredoctoraat in Nederland, anders dan in de Verenigde Staten, slechts zelden werd verleend

73

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 74

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's