GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 55

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 55

Eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eredoctoraten

54

schap van de Broederbond lag de senaat zwaar op de maag. De rechtsgeleerde prof. dr. I. A. Diepenhorst en de theoloog G. C. Berkouwer beschouwden Van Rooy als een steunpilaar van de Zuid-Afrikaanse apartheidspolitiek. Waterink moest alle moeite doen de senaat te overtuigen. In Van Rooy zou het ‘broedervolk’ worden geëerd. Trouwens, zo voegde Waterink er fijntjes aan toe, het jaar daarvoor was het geen bezwaar geweest de rector af te vaardigen naar de Universiteit van Potchefstroom, toch het centrum van Afrikaner nationalisme. ‘Waarvoor zijn er nu dan bezwaren tegen nationale figuren?’ De suggestie dat de Broederbond iets uit te staan had met nationaal-socialisme, werd door Waterink fel bestreden. De bond was in 1918 opgericht, dus nog voor Hitler (in 1919) toetrad tot de nsdap. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Van Rooy lid van een adviescommissie van generaal Smuts, die aan geallieerde zijde vocht – dus wat kon hem verweten worden? Waterink zette grof geschut in om zijn opponenten te overtuigen. Aan de bezwaren viel af te lezen hoe de ‘Engelse propaganda’ werkte. De Zuid-Afrikaanse regering zou meer per hoofd aan de zwarte bevolking besteden dan de Engelse regering aan haar protectoraten. Berkouwer sputterde nog wat na: hij deelde ‘het optimisme van den heer Waterink aangaande de Kafferpolitiek niet’. Maar het verbale geweld van Waterink miste zijn uitwerking niet: met uiteindelijk algemene stemmen werd het eredoctoraat aan Van Rooy verleend. Op 20 oktober 1952 sprak Waterink zijn laudatio uit. Daarin waardeerde hij Van Rooy als ‘volksopvoeder’, die, onder meer als voorzitter van de Federatie van Afrikaanse Kultuurverenigingen, het stamverwante Afrikanervolk had opgestoten in de vaart der volkeren. Van Rooy, die aan de vu theologie had gestudeerd, toonde zich dolgelukkig met het eredoctoraat dat hij met trots en blijdschap in ontvangst zei te nemen. Het werd een heel feest, met tal van prominenten, onder wie de burgemeester van Amsterdam, de rector magnificus van de Universiteit van Leiden en natuurlijk van leden van culturele verenigingen en commissies voor de betrekkingen tussen Nederland en ZuidAfrika. De meesten van hen zullen van de strijd in de senaat niets hebben meegekregen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 55

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's