GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 204

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 204

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

selectieve krimp en groei

decennium duidelijk dat het systeem onmiskenbaar zijn vruchten afwierp. Zeker, het opstellen en beheren van de programma’s was tijdrovend en kostte evenveel papier als geduld. Maar het onderzoek won aan alle Nederlandse universiteiten substantieel aan omvang en samenhang, ook aan de Vrije Universiteit, de subfaculteit sociaal-culturele wetenschappen niet uitgezonderd. Het vf-systeem bleek echter geen stimulans voor het ontstaan van geïnstitutionaliseerde samenwerkingsverbanden. De subfaculteiten c.q. vakgroepen keken, omwille van de pecunia (het hemd was nader dan de rok), doorgaans niet veel verder dan de eigen onderzoeksprogramma’s. De onderwijsprogramma’s waren weinig coherenter. De curricula waren eng-disciplinair van aard, met verkokering als gevolg, terwijl het grote aantal specialisaties en differentiaties het beeld nog meer vergruisde. ‘De mogelijkheden voor het verzorgen van onderwijs worden door een ver doorgevoerde differentiatie onmogelijk,’ aldus een discussienota over het onderwijscurriculum die voorjaar 1983 in de subfaculteit sociaal-culturele wetenschappen de ronde deed. ‘De situatie binnen scw is in feite zo het duidelijkst bij sociologie.’ De ‘moederdiscipline’, die als gevolg van de tvc-operatie in 1988 ophield te bestaan, had tijdens haar glorieperiode, begin jaren zeventig, niet minder dan negen differentiaties gekend. Dit aantal lag bij politicologie, culturele antropologie en niet-westerse sociologie weliswaar lager, maar nam niet weg dat ook voor deze studierichtingen herbezinning op de programmering noodzakelijk was. Slechts een beperkt aantal alumni mocht naar de tweede fase door, om als ‘assistent-in-opleiding’ op een wetenschappelijke carrière te worden voorbereid, een traject van vier jaar dat met promotie moest worden afgerond. Het overgrote deel van de doctorandi kwam op de arbeidsmarkt terecht en was dus veel meer gebaat bij een op praktisch toepasbare kennis geënt curriculum dan bij allerlei wetenschappelijke specialisaties en differentiaties. ‘In het onderzoek,’ stelde de discussienota van voorjaar 1983, ‘is de situatie thans drastisch aangepakt. Kan het onderwijs uitblijven? Nee dus.’66 Tot deze conclusie was men op het departement in Zoetermeer al eerder gekomen. Interdisciplinair en kwalitatief hoogstaand onderwijs, in een tijdperk van krimpende middelen, vereiste samenwerking en centrale sturing. De sinds de jaren zestig geldende cultuurpolitieke opdracht van het wetenschappelijk onderwijs (‘méér dan een toeleve-

203

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 204

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's