GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 25

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

mens en medemens

24

tot lector voor de inleiding in het Indisch staatsrecht. In 1948 verdedigde Van Dijk, aan dezelfde universiteit, zijn dissertatie Samenleving en adatrechtvorming waarin hij blijk gaf van grote affiniteit met Dooye­ weerds wijsbegeerte der wetsidee. ‘De scheppingsorde,’ schreef Van Dijk in het hoofdstuk over de structuur van de Indonesische samenleving, ‘is niet slechts kosmische orde, maar tevens Goddelijke norm voor leven en werken, en deze orde is tevens de basis, het vóóronderstelde voor het denken.’23 Ook in de oratie waarmee Van Dijk in 1949 zijn leerstoel aan de Vrije Universiteit aanvaardde, liet hij zich als volgeling van de dooye­ weerdiaanse filosofie kennen. ‘Juist op deze grondslag,’ sprak Van Dijk, ‘kan, wil en moet onze wetenschapsbeoefening plaatsvinden en de band vasthouden met de moderne, wereldwijde denkgemeenschap.’24 Toch was het niet alles wijsbegeerte der wetsidee dat bij Van Dijk de klok sloeg. Collega Kuiper karakteriseerde hem als een filosofisch geïnteresseerde wetenschapper, die evenwel met beide benen stevig in de maatschappelijke realiteit stond.25 Dit leek Van Dijk in zijn inaugurele rede zelf eveneens te hebben willen aangeven. Katheder en boekentafel waren onmisbaar, richtte hij zich tot zijn studenten, maar samen zouden ze zich ook met ‘de realiteit van het zo rijke samenleven der mensen’ gaan bezighouden.26 De realiteit lijkt het bij Van Dijk uiteindelijk van de wijsbegeerte te hebben gewonnen. In publicaties als Mens en medemens, dat in 1953 verscheen, en Vrijheid en gebondenheid van de mens in de samenleving, van drie jaar later, boorde de sociologiehoogleraar niet erg diep. De boeken introduceerden het vak sociologie in brede gereformeerde kring en boden geen nieuwe inzichten. Van Dijk waarde rond in Dooyeweerds filosofische bouwwerk, maar tot een kritische inspectie van de dragende delen kwam hij niet, laat staan van de fundamenten.27 Twijfels bleven onderhuids. Van Dijk maakte zijn assistent Gerard Dekker, de latere hoogleraar godsdienstsociologie, eens deelgenoot van zijn bedenkingen tegen de wijsbegeerte der wetsidee. Hij leek er echter, de bescheidenheid zelve, voor terug te schrikken ze publiekelijk te ventileren.28 Hoe het ook zij – Van Dijks talenten kwamen vooral in de praktijk tot gelding. Als directeur van het Gereformeerd Sociologisch Instituut, als adviseur van deputaatschappen van de gereformeerde kerken en tevens als voorzitter van de Raad voor Gereformeerde Sociale

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's