Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 94

‘doek. einde’

93

Henk Brasz (1923) voert het woord op een discussiebijeenkomst met studenten, mei 1969. Rechts, met Mao-pet, Marius Ernsting. Brasz was 1959 tot 1961 wetenschappelijk hoofdambtenaar bestuurskunde, van 1961 tot 1964 lector, van 1964 tot 1988 hoogleraar. (foto nationaal archief)

drukkelijk vast aan normen van wetenschap en organisatie. ‘Ik begrijp wel,’ schreef Brasz, ‘dat je in het denkmodel van de kritische sociologie als eerstejaarsstudent, zoals een eerstejaarsbioloog in wormen snijdt, ook kansen wilt hebben om de praktijk te beoefenen. Maar onze studieobjecten zijn nu eenmaal mensen die je niet als wormen kunt en mag opensnijden.’ Ook een hoogleraar niet . ‘Je kunt zo’n mens door z’n colleges te verstoren stukmaken,’ waarschuwde Brasz, die voor de stuurgroep weinig toekomst meer zag. De kloof tussen de stafleden (Brasz, Woldring, sectielid politicologie Gerard Noordzij en sectielid sociologie Jan Verhoogt) en de studenten (Verhagen, Ernsting, Visser en doctoraalstudent sociologie Dick Kampman) was dermate groot dat uiteengaan eigenlijk onvermijdelijk was.92

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen