GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 55

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 55

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

sociologie van ‘groepen onder druk’

54

onderneming als sociologisch vraagstuk. Een van de stellingen liet weinig misverstand bestaan over Van Zuthems evangelisch geïnspireerde engagement. ‘Bij een messiaanse benadering van de sociale verschijnselen,’ luidde de betreffende stelling, ‘kunnen de sociale wetenschappen een bijdrage leveren aan de openbaring van het Rijk Gods.’8 De ‘groep onder druk’ die Van Zuthem wetenschappelijk over het voetlicht wilde brengen waren fabrieksarbeiders. Voor dit studieonderwerp, dat hem was aangereikt door zijn leermeester, hoogleraar arbeidsrecht De Gaay Fortman, wendde Van Zuthem zich tot het antirevolutionaire erfgoed. Hij greep terug op het eerste Sociaal Congres van 1891, en eigenlijk nog verder, op het Reveil, de protestantse opwekkingsbeweging die rond 1830 vanuit Zwitserland naar Nederland was overgewaaid. De beweging predikte en praktiseerde erbarmen en gerechtigheid, bijbelse grondmotieven die zes decennia later, toen de vroeg-industriële slagschaduw van schrijnende armoede en erbarmelijke woon‑ en werkomstandigheden ook over Nederland was gevallen, werden gedynamiseerd door Abraham Kuyper. Diens op het Sociaal Congres uiteengezette ‘architectonische’ maatschappijkritiek behelsde een samenleving waarin alle mensen zich vrijelijk konden ontplooien, in dienst aan en verantwoordelijkheid voor elkaar. Dit gold volgens Kuyper evenzeer voor de bedrijfsvloer: werkgevers en werknemers dienden als broeders samen te werken, wat echter niet inhield dat ze ‘gelijken’ waren. De arbeider was en bleef ondergeschikt, benadrukte Kuyper, omdat de ondernemer het bezit van zijn bedrijf van Godswege was toevertrouwd, een verantwoordelijkheid die één en ondeelbaar was.9 Dit onderscheid, tussen ‘het denkende hoofd’ van de ondernemer en ‘de werkende handen’ van de arbeider, werd door Van Zuthem, sinds 1963 buitengewoon hoogleraar economische sociologie en bedrijfssociologie, verworpen. Wáre solidariteit en gerechtigheid vielen of stonden met een wederkerige verhouding tussen ondernemer en arbeider – met ‘industriële democratie’, waarvan Van Zuthem in 1965 indrukken en ideeën opdeed in Tito’s Joegoslavië, het Oostblok­land met het tot veler verbeelding sprekende arbeiderszelfbestuur. Fris van de lever spuide Van Zuthem zijn opvattingen dienaangaande op spreekbeurten in den lande, tot groeiende ergernis van Jo Meynen, president-directeur van de aku, Van Zuthems hoofdwerkgever. Meynen, een behoudende antirevolutionair die na de bevrijding minister

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 55

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's