Het goddelijk karakter van het recht - pagina 5
Rede uitgesproken ter inwijding van den leerstoel in het staatsrecht, de rechtswijsbegeerte en het canonieke recht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
8
door
den
Staat kan
worden
afgedwongen, wel daarin afspiegelen
moet en alzoo het recht aan de glorie des Heilands dienstbaar maakt, naar
de uitspraak der Heilige Schrift, dat de W e t de tuchtmeesteresse
is, die tot den Christus leidt. Aan het karakter Het
geheel
moge
ik
dan
dezen
titel geven: het
goddelijk
van het recht. „bij de gratie
1
Gods ', zinrijke formule, waarmee Neerlands
]
Souverein ) telkens plechtiglijk den grond van zijn gezag omschrijft, drukt
het wezen
bedienende;
uit
macht,
van en
iedere zelfstandige; in tegenstelling van
is eene leuze van hoog gewicht ook voor
de onderdanen, „gelijk zij strekt," Groen
dus sprak de
christen-staatsman
van Prinsterer, „ter inscherping van pligten en regten, van 3
regten, wier handhaving onder de rei der pligten behoort" ) . Tot vleitaal leent zich
deze
formule
uit haar zelve weinig, al
meenen dit wellicht zij, in wier geest, als van een droit divin gesproken wordt, de schrikbeelden rijzen van een gezag, dat alle gebondenheid aan eene volksvertegenwoordiging, als niet te dragen teugel, zi h afschudt; nergens paal of perk voor zijne willekeur ontmoet; dat het volk te •) Tegenover hen, die de souvereiniteit van Oranje ook onder de thans bestaande grondwet verdedigen, is vaak aangevoerd geworden, dat de grondwet nergens van souvereiniteit spreekt, en bepaaldelijk in art. 11 dier wet alleen van kroon wordt gewaagd. Raadpleegt men echter de geschiedenis, dan blijkt, naar het mij voorkomt, zeer duidelijk dat, gelijk ook Mr. Groen van Prinsterer in zijn Verscheidenheden over Staatsrerjt en Politiek (1850) heeft aangetoond, de verandering van het woord souvereiniteit, hetwelk in de grondwet van 1814 voorkwam, in het woord kroon, gelijk in de grondwet van 1815, onder welke, herzien in 1840 en 1848, wij nog leven, — geschreven staat, geene andere bedoeling heeft gehad, dan uit te drukken, dat de Souverein een gekroond, en daardoor in luister verhoogd, Souverein was geworden. Het verblijdde mij daarom te zien, dat, nadat ik getracht had zulks uiteen te zetten in mijn akademisch proefschrift: De Leer der Souvereiniteit (bl. 477—491), de hoogleeraar Mí. J. baron d'Aulnis de Bourouill in zijne aankondiging van dat geschrift {Thenxiê, 2de stuk, 1880. bl. 321) niet geschroomd heeft zich aldus uit te laten: «met het opdragen der Kroon aan Oranje werd, — Mr. Fabius bewijst het uitvoerig uit de geschiedbronnen van dien tijd — slechts bedoeld de souvereiniteit in praal en glans te verhoogen, dooi- onzen Vorst te doen plaats nemen onder de gekroonde Hoofden van Europa." 2
) Ongeloof en Revolutie, 2de uitg., bl. 50.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880
Inaugurele redes | 41 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880
Inaugurele redes | 41 Pagina's