Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 15
Rede gehouden bij de aanvaarding van het ambt van Hoogleeraar in de faculteit der Letteren en Wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
16 „Want
wat
„Straatzangers
is
hun zin of v e r s t a n d ? "
gelooven
zoo vraagt
hij. 36)
ze en tot leeraars hebben ze het ge-
peupel. W a n t ze weten niet, dat de meesten slecht en maar weinigen goed z i j n . " 37) „ G e e n k w a a d gesternte", zoo laat PARMENIDES D i k e tot hem zeggen, 38)
w
geen k w a a d gesternte voerde u op dezen w e g —
w a n t v o o r w a a r , v e r a f l i g t hij v a n d e r m e n s c h e n p a d . " E n zij waarschuwt hem v o o r dien w e g , „ w a a r o p daar dolen niets wetende
stervelingen, tweehoofdigen. W a n t radeloosheid
richt den weifelenden
geest binnen in h e n ; zoo laten ze zich
dan meevoeren stom tegelijk en blind, zinnelooze, oordeellooze wezens . . . . " 39) En
als hij zijne eigen
leeringen v e r k o n d i g d heeft,
sluit h i j : 40) „ D a a r m e d e eindig ik mijn geloofwaardige
dan bewoorden
en gedachten over de waarheid. V a n hier af moet gij de ijdele gedachten
der menschen
leeren kennen, aanhoorende den be-
drieglijken bouw mijner v e r z e n ; " gelijk hij in den aanvang reeds sprak
van „der stervelingen meeningen, waarin geen betrouw-
bare waarheid
is." ') 4
EMPEDOCLES spreekt het u i t : ) „ W i l t gij echter naar andere 4 2
schatten uwe begeerte uitstrekken, zooals ze in grooten getale bij de menschen gevonden worden, zonder waarde, die het verstand stomp maken, waarlijk
dan zullen ze u spoedig in den
loop der tijden in den steek laten." E n het is deze antithese, die v o o r a l bij de O r p h i c i aan den dag komt, waar ze z e g g e n : „Velen zijn wel de dragers van den thyrsusstaf,
maar Bacchen slechts weinigen," een w o o r d , door
PLATO in zijn Phaedo zoo geduid, dat onder Bacchen hier zouden te verstaan zijn ol cpSü;
TrstyXoToQvtXÓTe:. 43)
Z o o stellen zich de denkers in welbewuste tegenstelling tegenover de massa en haar onverstand; ja, wat ze over hebben voor haar zijn en haar streven, het is slechts minachting. Z o o trachten ze er dan ook niet naar, invloed op haar uit te oefenen. Slechts de Sophisten doen d i t ; en om het te kunnen doen, schikken ze zich naar hare lusten. ) M a a r daarmede vellen ze hun 44
eigen v o n n i s ; hunne plaats in deze groote tegenstelling is niet bij de edele denkers, zij is aan de zijde der menigte. Met deze individualistische neiging gaat dan natuurlijk veelal
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1904
Inaugurele redes | 69 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1904
Inaugurele redes | 69 Pagina's