Vierde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 15

XIII

de Kerk was als niet bestaande en staten en steden in hunneeerste liefde voor de jeugdige stichting schenen te verkoelen — toen kwam er door Gods genade, van lieverlede verbetering en werd de universiteit te Leiden, door alle oneenigheden, twisten der theologe, strijd tusschen Kerk en. Staat en door alle stormen der tijden heen, tot een der eerste, zoo niet de eerste universiteit der wereld en zijn daar de meest beroemde mannen gekweekt op allerlei wetenschappelijk gebied. Klein begonnen met tijdelijke hoogleeraren, twee studenten en eigenlijk slechts twee faculteiten (daar die der godgeleerdheid meer in naam dan werkelijk bestondj heeft God haar gezegend,, mogelijk wel juist om hare nietigheid en zwakheid. Wat lang leeft groeit gewoonlijk langzaam. Wij willen slechts in het voorbijgaan herinneren aan eene Zuster-Universiteit in den vreemde, te Edinburg, die onlangs feestvierde ter nagedachtenis van haar 300-jarig bestaan. Immers ook in haar werd openbaar hoe de Heere eene zaak, die klein begonnen is tot groeten wasdom brengen kan, door alle moeilijkheden heen, welken groeten wasdom hare woordvoerders alleen daaraan dankten, dat zij is gegrond op den Christus Gods en uit Hem haar leven had en nog heeft. Doch niet minder willen wij wijzen op het klein begin van ons eigen Christelijk onderwijs, onzer vrije school, aangevangen na en onder veel tegenkanting, met de school in de Nobelstraat te 's Gravenhage en nu geworden tot eene macht in den lande. De scherpe Resolutie dreigde ons den dood en ziet zij was, onder Gods ontferming, oorzaak van eene herleving, eene belangstelling door het geheele land, die wij hopen dat toenemen zal en zich welhaast zal uitstrekken tot het geheele middelbaar en hooger onderwijs. En waar wij herinnerden aan de lijdensgeschiedenis der Leidensche academie in haar eerste levensjaren, om ook daaruit moed te scheppen in de moeielijke oogenblikken, die in dezen arbeid zeer zeker dikwijls voorkomen, willen wij in geenen deele het vele goede voorbijzien, dat de Heere onzer jeugdige stichting tot hiertoe reeds schonk. Of mogen wij niet tot roem van Gods genade uitspreken, dat wij èn in het vinden van Hoogleeraren èn in het toevloeien van | studenten, vrij wat meer gezegend zijn geweest, dan Leiden in | den aanvang? ja, waarheid is het, dat dit een wonder Gods, M heeten mag, in een tjjd, waarin de namen „gereformeerd" en „Calvinist" niet slechts bij de wereld, maar ook en niet het minst, onder hen, die wij als broeders in den Heere mogen beschouwen, een smaad en aanfluiting zijn en waarin wij wel mogen herhalen wat Paulus zeide: ,niet vele rijken, niet vele aanzienlijken" — meest slechts de geringen uit het volk steunen onsl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen