Vierde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 21

XIX

Een verblijdend verschijnsel is het, dat de belangstelling in de gemeenten schijnt toe te nemen, hetgeen o. a. blijkt uit de collecten in de kerken, die hoe langer hoe meer ingevoerd worden. Zoo mochten ons met het Kerstfeest van onderscheidene plaatsen collecten geworden. Door dezen weg kan nog zeker zeer veel gedaan worden. Wij bevelen dit ten zeerste aan, aan onze geëerde medeleden, die bedienaren des Woords of opzieners der gemeente zijn. Onze provinciale direction en correspondenten stonden ons trouw ter zijde in het afgeloopen jaar. Wij betuigen hun hiervoor onzen oprechten dank. De Heere vergelde hen voor hunne veelvuldige bemoeiingen en beziele hen met steeds vermeerderenden ijver voor dezen arbeid in Zijn wijngaard! Des te meer betreuren wij, dat in de provincie Drenthe, in plaats van toenemenden yver en belangstelling eene merkbare verflauwing moet geconstateerd worden. Eene eigenlijke provinciale Directie is daar op dit oogenblik niet. Daarentegen hebben wij ook daar nog ijverige correspondenten, die in hun kring doen wat zij vermogen; doch wij verloren terrein, ook door onderlinge verdeeldheid onder de broederen. Mogen een volgend jaar betere dingen omtrent deze provincie te berichten zijn! De jaarvergadering, te Arnhem gehouden den 20 en 21 Juni, getuigde van groote opgewektheid. Daar werd ook met veel nadruk aangedrongen op het stichten eener medische faculteit, en de eerste oiFergaven werden daarvoor op het altaar gelegd; doch tot hiertoe moest het wel bij sympathiebetuiging blijven, hopende en biddende, dat de Heere eerlang den weg daartoe openen moge. Hij is de Machtige! Dat het eene dringende behoefte is, wie die den Heere Jezus in onverderfelijkheid liefheeft, zal het niet met ons. instemmen? En komen zal zij ook, indien wij het in het geloof van den Heere verwachten. Maar laat ons dan nooit vergeten bij ons gebed, dat de gel- I delijke bezwaren niet de allereerste zijn, maar dat het ons vooral 1 te doen is om de mannen, vol des geloofs en des Heiligen Gees- ! tes, ten einde onze leerstoelen te bezetten. Want al vermeerder- I den de kapitalen, zonder deze vermogen wij toch niet met al. En met halve mannen kunnen wij niet toe. Wij hebben dezulken ' noodig, die beslist staan in hunne overtuiging en daarenboven toegerust zijn met de noodige kundigheden voor dit gewichtig ambt. Zoo eindigen wij dit ons overzicht; doch niet zonder elkander nogmaals met allen nadruk toe te roepen: , Waakt, staat in het geloof, houdt u mannelijk, zijt sterk. Dat al uw dingen in de liefde geschieden!" Maar in die liefde, die geen verdrag sluit met het on- en bijgeloof, die haar hoogste uiting vindt in de consequente belijdenis van Hem, zonder Wien wij niets kunnen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen