Vijfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 25
XÏT
gevraagd; hij zou daarom Vfenschen, dat elk lid thans ƒ 15 geve; dat is ƒ 9000 samen, dat begunstigers en corporaties door collecten ƒ 12,000 byeenbrengen, waarna nog ƒ 30,000 ontbreken. Hij wenscht dat deze som worde bijeengebracht door de nog in leven zijnde stichters der Universiteit — elk in verhouding tot zijn daarin genomen deel — en verklaart zich daartoe, voor zooveel hem zelf betreft, gaarne bereid. Met instemming wordt dit voorstel ontvangen; de uitkomst zal echter moeten leeren of stichters èn leden èn begunstigers in staat en gezind zijn om het uit te voeren. Intusschen is deze winste althans verkregen dat de vergadering, de noodzakelijkheid van een eigen gebouw inziende, de verantwoordelijkheid daarvan heeft aanvaard. Ondanks de tropische hitte was de vergadering zeer opgewekt, alleen het betreurende dat de geliefde Professor Kuyper niet in haar midden was. Na te hebben besloten de volgende Jaarvergadering in den Haag te houden, werd de vergadering gescheiden, om straks te worden gevolgd door de in hetzelfde lokaal belegde meeting. Een heerlgk schouwspel leverde de kleine concertzaal van het gebouw voor kunsten en wetenschappen, toen te 2 uren de meeting aldaar geopend werd met een inleidend woord van den Voorzitter Prof. F. L. Rutgers. Het was verkwikkend die schare bijeen te zien van mannen en vrouwen, meest uit de kringen onzer burgerij, daar verzameld door belangstelling voor eene zaak, schijnbaar geheel liggend buiten hunnen levenskrings, de beoefening der wetenschap op de hoogeschool. Dat zij echter een hart hadden voor de besproken belangen, bleek duidelijk uit de onverpoosde aandacht, waarmede het debat gevolgd werd. Als spreker trad op Prof. Jhr. A. F . de Savornin Lohman, die tevoren de volgende stelling als door hem te verdedigen, had aangekondigd : de volkomen zelfstandigheid van de Kerk tegenover de burgerlijke Overheid leidt noodzakelijk tot gelijke zelfstandigheid van het Universitaire onderwijs ; de Christen kan op den duur geen genoegen nemen met een onderwgs, dat door de burgerlijke Overheid wordt beheerscht. Geene redevoering zou hij houden naar aanleiding van deze stellingen; liever wilde hij wat h^ te zeggen had, uitspreken op eene manier, die aanleiding kon geven tot debat; want om debat was het hem voornamelijk te doen. Eene uitdaging wierp,hg toe aan allen, vooral onder de broederen, die nog steeds allerlei bezwaren en beschuldigingen rondvertelden tegen de Vrge Universiteit. Hij vergde van hen dat zij den moed zouden hebben om
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1885
Jaarboeken | 128 Pagina's