GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Zevende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 25

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXIII

pitium gewenscht ? werd wel door den Regent, Professor de Hartog, ingeleid met eenige mededeelingen omtrent het samenwonen daar en omtrent het nut van het studiefonds, waarvoor de bijdragen evenwel maar traag vloeiden, doch op voorstel van den Voorzitter besloot de Vergadering hierover niet te beslissen. Als 't - er op, aankomt, kan de Vergadering toch niet meer uitspreken dan wenschelgkheid; spreken Directeuren de noodzakelijkheid uit, zal dan de Vergadering gezorgd hebben, dat het tekort gedekt is ? Met die vraag liet de Voorzitter de vergadering uiteengaan; dewijl de tijd verstreken en weldra het uur van de meeting daar was.

Daar Prof. Rutgers door ongesteldheid verhinderd was om zelf de door hem voorgestelde thesis in te leiden en te verdedigen, hadden HH. Directeuren Prof. Kuyper verzocht dit in zijn plaats te doen. Deze gaf aan dit verzoek gevolg; opende even na 2 uur de samenkomst, en richtte zich allereerst tot het zeer talrijk opgekomen publiek, dat zelfs de gaanderijen vulde, met een bede om verschooning voor het gebrekkige van wat hij leveren ging. Immers alle tijd van voorbereiding had hem ontbroken, en geheel onverwachts zag hij zich tot deze taak geroepen. Deze samenkomst, zoo sprak hij, draagt een ander karakter dan de morgenvergadering. Was men daar enkel onder vrienden, hier had het groote publiek toegang. Andere vereenigingen volgden deze Engelsche usantie nog niet. Wij wel. Wij wilden ook het ons niet genegen, of zelfs vijandige publiek toelaten, om publiek, voor aller oor, naar goeden regel van disputen de zaak die ons aan het harte lag voor te staan. Vandaar dat steeds bij onze Jaarvergadering een meeting werd gevoegd. In deze meetings waren we dusver defensief te werk gegaan, en hadden achtereenvolgens alle aangevallen stellingen van ons eigen standpunt in debat gebracht en zoo verdedigd, dat zelfs de tegenstander, ook zonder ons gelijk te geven, toch erkennen moest, dat men, onze overtuiging toegedaan, en op ons standpunt staande, naar recht en rede wel argumenteeren en concludeeren moest, gelijk wij deden. Thans gingen we tot het offensief over en traden in de oudste onzer accademiesteden met eene stelling op, die rechtstreeks tegen één van haar vijf faculteiten was gericht. Die stelling luidde aldus: ,Het onderwijs in de godgeleerdheid, dat aan de Hoogescholen hier te lande gegeven wordt, en dat meest gebruikt wordt om voor de Bediening des Woords wetenschappelijk op te leiden, is hiervoor niet alleen ongeschikt, maar schadelijke

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Jaarboeken | 147 Pagina's

Zevende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Jaarboeken | 147 Pagina's