Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 26
XXIV
De vraag is nu maar; Bezit de kerk een orgaan, waarmee de» Vrije Universiteit kan handelen ?. Ja, zeggen de Ohr. Greref. , dat is onze Synode. Maar o;is wil het voorkomen, dat hunne Synode •wel een deel, inaar op verre na niet de Geref. kerken in haar geheel vertegenwoordigt. En onze Faculteit vraagt juist naarc^e^ Synode van de G-eref. kerken. Waarom? Omdat zij niet moet hebben de voorwerpelijke strooming die hier, of de mystieke of onderwerpelijke, die daar in de kerken de overhand heeft, maar erkennend het betrekkelijk recht van al deze schakeevingen, moet zij den stroom hebben daar, waar al de zijtakken er ineengevloeid zijn : De Synode van de Geref. Kerken. Met iemand die maar met een stuk van de Geret. kerken komt, kunnen wij niet gereed komen. Maar daarom ook niet met de ontkomene kerken, want ook die kunnen niet zeggen, dat zij de Geref. kerken zijn. De Gereformeerden in ons land zitten in de ontkomene kerken, in de Ohr. Geref. kerk, ook nog onder de Hiërarchie en in andere kleine kringen. Uit alle die moet de Synode van de Gei'ef. Kerken ontstaan, en eerst dan zal het oogenblik gekomen zijn om aansluiting voor onze Faculteit te zoeken. Nog ééne mogelijkheid is er. Zoo gij niet met één orgaan kunt handelen, doe het dan met alle drie. Doch daarover valt eerst over een jaar te spreken, nu nog niet. De heer Lion Oachet wilde nog wel een duidelijker antwoord op de vraag: Zal de Theol. facult. zich nu wenden tot de ontkomene kerken of niet? De Voorzitter zegt: Neen! maar dit verhindert de kerken volstrekt niet, deze zaak op het a.s. Oonvent van hare zijde ter sprake te brengen. De heer Tromp heeft bezwaar tegen de uitdrukking Christel. Geref. kerken, door den inleider aangegeven als een der organen tot wie de faculteit zich te wenden zou hebben. De heer Hovy had gerekend op eene andere conclusie. V/el begrijpt hij, dat het verband nu nog niet kan afgelegd, maar op alle Geref. kerken wachten? Hoe zal'dit? De historie leert, dat vereeniging van kerken zoo moeielijk gaat. Hij vraagt, of dit wel het laatste woord is van Dr. Kuyper. Dr. Kuyper beantwoordt den heer Tromp en den heer Hovy. Wij moeten onze eischen zoo stellen en volhouden, dat wij eene vereeniging van de kerken blijven eischen. Juist dan zullen we, als Theologische faculteit, aan de kerken hare eigen gebrekkelijkheid aantoonen; door toe te geven, zouden wij de afgebedene vereeniging der kerken juist tegenstaan. Dr. Van den Bergh wijst op 't woord van Mr. Elout van Soeterwoude, ,dat de Vrije Universiteit middel van vereeniging zij voor alle Gereformeerden in den lande". Hij waarschuwt voor
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Jaarboeken | 189 Pagina's