GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 45

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XLV

feiten en het verzamelen van gegevens doen geschieden op nationale kosten. De mannen, die zich daarmee bezighouden, dienen geen personen, zij dienen de wetenschap, en moeten goed bezoldigd worden, ja beter dan in den regel geschiedt. De instrumenteii, voor het onderzoek noodig, de middelen om het wetenschappelijke doel te bereiken, dat alles vraagt groote offers. Nu spreekt de tweede stelling van een subsidie, aan het openbaar Hooger onderwijs verstrekt; doch dat is niet volkomen juist. Subsidie wordt niet verstrekt, de Staat betaalt ongeveer alles, en wel,' omdat al zijne burgers van het Hooger Onderwijs profiteeren. Zou de referent nu begeeren, dat iedere private Vereeniging op eigen hand onderzoekingen gaat instellen, en dat zij dan daarvoor door den Staat zouden worden gesubsidieerd, dan ligt het voor de hand, dat verschillende Vereenigingen dezelfde onderzoekingen zouden doen, en de staatskas dus voor denzelfden wetenschappelijken arbeid twee of meermalen betalen moest. En zulk een dure methode zal de referent toch niet willen aanprijzen. De zaak van het subsidie is dan ook uiterst moeilijk te regelen en niet zoo gemakkelijk, als de referent schijnt te veronderstellen. Er zou wel iets op te vinden zijn, bijv. door aldus te redeneeren: Gesteld, aan de rijkshoogescholen komen ieder jaar 1000 nieuwe studenten; die kosten per jaar zóó en zooveel. Nu betaald de Staat naar dienzelfden maatstaf subsidie aan de particuliere Vereenigingen. Maar dat is slechts een zeer klein gedeelte van het geld, dat het Hooger Onderwijs kost. De groote sommen, die het meest meetellen, worden uitgegeven voor gebouwen, als labaratoria e. a.; en instrumenten. Maar teg'en het ontvangen van subsidie is nog een ander bezwaar, dan de moeilijkheid om haar te regelen. Geeft de Staat aan het Vrije Hooger Onderwijs subsidie, dan mag hij ook eischen stellen aan de Vrije Universiteiten. En als men op dit gebied eischen gaat stellen, zou menig-een vreemd opzien. Aan de eischen ten opzichte van een gewone lagere school is gemakkelijk te voldoen. Maar aan de eischen, die men stellen zou aan een behoorlijk ingerichte Universiteit zal men niet zoo gemakkelijk kunnen voldoen. Denk maar alleen reeds aan het daarvoor noodige personeel, dat wij met geen mogelijkheid thans leveren kunnen. Spreker wijst ten slotte op de toestanden in België, waar meest alle Universiteiten van particuliere Vereenigingen uitgaan. Prof. Woltjer heeft met belangstelling de bedenkingen, die de vorige spreker tegen zijn referaat had, aangehoord. Dat de Staat eigenlijk geen subsidie aan het Hooger 'Onderwijs zou geven, kan de referent niet beamen. Art. 8 vao de wet op het Hooger

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895

Jaarboeken | 192 Pagina's

Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 45

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895

Jaarboeken | 192 Pagina's