GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Achttiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 36

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

f

xxxvi

zoodat het dwaasheid', ware, een goede uitkomst te verwachten." Toch is zulk een redeneering niet goed. Zie eeuÉ de groote macht van het kleine, in de verspreiding van de bekende musJmsgenv. Een miUgram muskus, gedeeld door 2.000.000, geworpen in een fiesch, doet nog volkomen duidelijk de muskusgeur rieken. Nog sterker is dat bijv. bij mercaptan, waarvan de geur zich zoo eindeloos verdeelt, dat een miligram, gedeeld door 460.000.000, de eigenaardige lucht nog volkomen herkenbaar weergeeft. Tot deze uitkomsten zijn niet de Homoeopathen gekomen, maar de scheikundigen. Zoo zeggen ook de Allopathische doctoren zelven, dat zoodoende bijv, besmetting van de eene stad naar de andere kan worden overgebracht op een briefkaart uit een besmette woning; al is het besmette deel op die briefkaart dan ook zóó klein, dat een nauwgezet microscopisch onderzoek het niet zou kunnen vinden. Wanneer nu zonder tegenspraak wordt aangenomen dat de vergiftiging, de besmetting van den mensch, door zulke schier onwaarneembare deeltjes kan woj^den overgebracht, dan is het niet moeiUjk aan te nemen, dat ook de genezing van den mensch door zulke kleine, schier onwaarneembare deeltjes kan worden bewerkt. Toch was spreker voorheen ook geen voorstander van de Homoeopathie; doch zijn ervaring heeft hem geleerd, dat het niet langer aangaat haar met minachting voorbij te gaan. Tweemaal toch werd hij in een zeer ernstige ziekte niet door de Allopathen maar door de Homoeopathen, met goed gevolg behandeld. Vooral tijdens de laatste ziekte in 1894. Toen was spreker onder behandeling van twee Allopathen, van wie een hoogleeraar was te Brussel. Beiden zagen de zaak zeer licht in. Toen de Homoeopaat werd geroepen, gaf deze terstond het ernstige karakter der ziekte volkomen juist aan; en schreef, ook in het laatste stadium, doeltreffende geneesmiddelen voor, waar die van de Allopathen faalden. Toch wil spreker daaruit niet concludeeren tot voorkeur voor de eene of andere geneesmethode; wel wil hij erkennen dat God de Heere ook in de Homoeopathi e een heerlijke gave schonk tot leniging van den nood en de ellende der kranke menschheid. Plichtmatig is het, en eisch van onbevooroordeelde wetenschap, ook de Homoeopathie binnen den kring harer onderzoekingen te trekken. De Homoeopathie wil de ziekte genezen, door wat de ziekte teweeg brengt. Teneinde dit duidelijk te maken wees de spreker op het medegedeelde in het Homceopathisch Maandblad. In 1867 stierf, dicht bij Bazel, een 42-jarig metselaar, onder alle verschijnselen van cholera. De doctoren, onder welke Prof. Hoffmann, die het geval aan het geneeskundig gezelschap te Bazel mededeelde — verrichtten de lijkschouwing en constateerden: overleden aan cholera. Toen later echter de maag van den overledene nauwkeurig onder-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Jaarboeken | 197 Pagina's

Achttiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Jaarboeken | 197 Pagina's