Vier-en-twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 45
XLVI
Voorts is ingekomen een telegram, luidende als v o l g t : » K a m e r z i t t i n g verhindert mij tot mijn leedwezen vergadering bij wonen. Mijne hartelijkste zegenwenschen.
t
e
HEEMSKERK."
E n eindelijk het volgende t e l e g r a m : » T o t ons leedwezen door K a m e r z i t t i n g verhinderd de jaarvergadering der V e r e e n i g i n g voor Hooger Onderwijs bij te wonen. Moge Gods zegen op uwe beraadslaging en besluiten rusten, tot meerderen bloei der Vrije Universiteit. W. g. door de heeren: Krap, Brummelkamp, v d. Velde De Ridder, Van Vliet, Sluis, Seis en Duymaer van Twist.
De Waal Malefift> Brants, Van Löben
E i n d e l i j k leest de V o o r z i t t e r voor het antwoord, dat H . M . de K o n i n g i n zond : *Hare Majesteit draagt mij op, hartelijk te bedanken voor huldeblijk en zegenbede. Adjudant van dienst, SCHIMMELPENNINCK."
De Voorzitter spreekt alsnu een k o r t slotwoord. H i j dankt allen hartelijk voor de wijze waarop zij h e m het leiden dezer vergadering hebben gemakkelijk gemaakt en tot het welslagen van deze Jaarvergadering hebben medegewerkt. Moge bij den terugkeer naar onze woningen van deze Jaarvergadering een vrucht worden medegenomen; ga van haar een goede reuke uit, en zij het ons gegeven, i n het nieuwe jaar dat we intreden, onze geliefde Vrije Universiteit te zien i n de volle e r k e n n i n g harer rechten. Ruste Gods zegen op deze V e r e e n i g i n g , haar S t i c h t i n g , Discipelen en Hoogleeraren, en op allen die haar besturen. Daarmede was de meeting gesloten. E n n u was w e l de Jaarvergadering g e ë i n d i g d maar op de Jaarvergadering volgt altijd de gemeenschappelijke m a a l t i j d ; w e l valt die buiten het bestek van den verslaggever, maar geheel van dezen broederlijken disch zwijgen m a g m e n toch niet. M e n was i n het hotel » P o n s e n ' bijeen, en daar werd m e n i g goed woord gesproken. A a n tafel waren ook enkele antirevolutionaire K a m e r l e d e n uit D e n H a a g overgekomen, en óók de Minister van K o l o n i ë n , de heer Idenburg, aan wien een dronk werd gewijd en die daarop met een toespraak antwoordde, welke vol was van liefde voor onze Vrije Universiteit, en die met teekenen van hartelijke i n s t e m m i n g w e r d beantwoord. Doch meer van dezen disch zeggen we niet. Hij was een waardig besluit van den dag, waarop onze vereeniging opnieuw getoond heeft, dat het haar gaat om de beoefening der Christelijke wetenschap, en dat zij op dat terrein sterk staat. Moge zij i n kracht toenemen, bloeie haar S t i c h t i n g , onze vrije school der wetenschappen, en bedauwe Gods zegen den arbeid der H o o g leeraren, opdat de vrucht van h u n werk wordt gezien tot i n verre geslachten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1904
Jaarboeken | 217 Pagina's
![Vier-en-twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 45](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/jaarboeken/vier-en-twintigste-jaarverslag-van-de-vereeniging-voor-hooger-onderwijs-op-gereformeerde-grondslag/1904/01/01/1-thumbnail.jpg)