GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Zeven-en-dertigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 35

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXIII

niet bijzonder moet zijn; staa-taonderwijs en geen vrij onderwij's naoet wezen; en de zorg' voor het oinderw^s dan ook dat is, wat t o t de taa.k van den wetgever het allermteest behoiort. Aristoteles' motief, dat voor het btestand van den Staat één zelfde ethos of gezindheid bij ieder zijner burgers en allen te zaam uoodig was, meende spreker ook t e ontdekken bij hen, •die zoo in 1815 als 1840 hier de lakens uitdeelden, en derhalve ten behoeve van het bestaan van den Staat in h e t oipenbare en niet in het bijzondere onderwijs h e t gem'eene best zagen. En deze gezindheid mjoest hier dan zijn die, welke, reeds in •de dagen der Kepubliek te ;0'nzent niet vreemtd, n a het herstel onzer onhankelijkheid die der groote meerderheid was, de vrijzinnigheid. Afgezien nog, gaat spreker voort, dat het onderwijs t o t staatsmonopolie te maken een zich vergrijpen is aan het onderrecht, bleek dit propaganda-mliddel, tioegepast jdioor d e liberale of vi'ijzinnige meerderheid tegenover de niet vrijzinnige minderheid, bij een zoo gemengde bevolking als de onze, op den duur onbruikbaar. Na 1848 schrijft dan ook De Bosch Kemper: ,,Van 1844 af zijn •ook de liberalen meer en mieer tot de overtuiging gekomen, dat men de vrijheid van onderwijs niet langer mocht weigeren, en TOind a a r Art. 194 in do G-rondwet van 1848." In de 4e alinea van dat Art. IW toch was, met de woorden: „ H e t geven van onderwijs is vrij", het denkbeeld van het yr^je onderwijs in de Grondwet vastgelegd. En daarmee was, zegt .spreker, de mogelijkheid ook voor een vrije universiteit of sobool voor Hooger Onderwijs gegeven, al zou die mogelijkheid eerst na de wet van 1876 tot werkelijkheid worden, en ook al v/erd in 1848 aan een vrije universiteit nog zielfs niet gedacht. Eerst toch in de zeventiger jaren der vorige eeuw ontwaakte t e onzent het besef, dat er ©en vrije universiteit noodig wias. Hiermede kwam Prof. G-eesink tot het tweede lid van izijn stelling, waarin wordt uitgesproken, dat een vrije universiteit voor de Christenen noodzakelijk was g'ewiorden bij de overheerscliing onzer openbare universiteiten door de vrijzinnigheid. Ligt, zoo zegt spreker, h e t kenmerkende van de vrijzinnigheid in h e t los zijn van de Openbaring, bepaaldelijk van de bijzondere Openbaring, idie God ons schenkt in Zijn WoiOird, de Ivrijzinnigheid op wetenschappelijk gebied is die der nieuwere wijsbegeerte. Van die wijsbegeerte, welke in de eerste helft der 17e eeuw, .met Baco den empirist, die bij het kennen het accent legt op de zintuiglijke waarneming, i n Engeland; met Descartes, den i-atio-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917

Jaarboeken | 284 Pagina's

Zeven-en-dertigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 35

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917

Jaarboeken | 284 Pagina's