Jaarboek 1935 - pagina 24

22 Daarom heeft God ons bevolen vooral voor de V.U. te bidden. Tot een gebed, dat Gode aangenaam is en van Hem verhoord wordt, behoort ook, dat wij onzen nood en ellendigheid recht en .grondig kennen, opdat wij ons voor het aangezicht Zijner Majesteit verootmoedigen. Dat geldt ook als wij als Vereeniging voor Hooger Onderwijs nu in deze vergadering voor de Vrije Universiteit bidden. Wij mogen niet in zelfvoldaanheid bidden. Ons past dankbaarheid voor hetgeen verkregen is, maar tegelijk ootmoed over het gebrek en het zondige in ons werk. In de 3e plaats behoort tot het gebed, dat Gode aangenaam is en van Hem verhoord wordt, dat wij dezen vasten grond hebben, dat Hij ons gebed, niettegenstaande wij zulks onwaardig zijn, om des Heeren Christus' wil zekerlijk wil verhooren, gelijk Hij ons in Zijn Woord beloofd heeft. Het geloof kan nooit teveel verwachten. Christus heeft ons beloofd: „Al wat gij den Vader bidden zult in mijnen naam, zal Hij u schenken". De historie der Vrije Universiteit is een bewijs, dat de hoop niet beschaamt „Wanneer gij gelooft — geen ding zal u onmogelijk zijn". Van den half voltooiden tempel van Zerubbabel heeft God gezegd: „Niet door kracht noch door geweld, maar door mijn Geest zal het geschieden". Wij gelooven, dat God van de Vrije Universiteit ook zegt: „Door mijn Geest zal het geschieden" en dat Hij ons gebed verhooren zal, wanneer wij van Hem bidden, wat zij behoeft. En wij zullen onzen smaders antwoorden: „God van den hemel, die zal het ons doen gelukken en wij zijn knechten zullen ons opmaken en bouwen". Daarna droeg Ds. De Wit de belangen van de V.U. in den gebede op aan den Troon der Genade. Met het zingen van „Hallelujah, eeuwig dank en eere" werd de bijeenkomst besloten. De Begroetingssamenkomst. Dank zij het mooie weer kon in den tuin van „Casino" de begroetingssamenkomst worden gehouden. Er heerschte een opgewekte, gezellige stemming en de Chr. Gem. zangvereeniging „De Lofstem", bracht op verdienstelijke wijze enkele nummers ten gehoore. Toen het in den tuin te donker werd, begaf het gezelschap zich naar de groote zaal van het „Casino", waar men nog tot laat in den avond gezellig bijeen bleef. Onder degenen, die 't woord voerden, was ook de Burgemeester van 's-Hertogenbosch, Mr. F. J. van Lanschot, die er zijn blijdschap over uitsprak, dat de V. U.-dagen dezen keer in het schoone Den

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen