GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1940 - pagina 33

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1940 - pagina 33

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

31 Hoezeer heb ik de wijsheid der voorvaderen, die deze verplichting door wet en gewoonte hebben opgelegd, geprezen, toen ik mij zette tot de samenstelling van het verslag der fata van het afgeloopen zestigste academiejaar. Want dat academiejaar, waarvan ik de petite histoire te verhalen had, viel samen met een jaar in de wereldgeschiedenis, dat zijns gelijke in de annalen niet kent, een jaar, zoo rijk aan diep in het leven der volkeren ingrijpende gebeurtenissen, dat wij van zijn beteekenis voor de geschiedenis der menschheid thans nog slechts een vaag besef kunnen hebben; een jaar, dat ook aan ons volk in zijn geheel en aan ons allen persoonlijk zooveel gaf te denken en te verwerken, dat hoofd en hart schier geheel in beslag genomen werden door gedachten en gevoelens van vroeger ongekenden aard; een jaar, dat ons noopte de waarde van de geestelijke en stoffelijke goederen, die we bezaten of waanden te bezitten, in haar essentie te onderzoeken en daardoor relief te brengen in hetgeen in dagen van louter voorspoed maar al te zeer gelijkwaardig bezit scheen; kortom een jaar, dat een oogwenk leek in zijn voorbijgaan, maar een eeuw blijkt in belangrijkheid. En van dat jaar, aldus overwoog ik, moet ik de kleine lotgevallen van onze Universiteit verhalen, en ik zal daarvoor de aandacht moeten vragen van een gehoor, dat de geweldige gebeurtenissen van den tijd intens heeft medebeleefd. Zou ik niet, liever dan mijn auditorium bezig te houden met het verhaal van relatief onbelangrijke, in het academische leven als het ware automatisch weerkeerende, of van wel einmalige, maar daarom nog geenszins indrukwekkende voorvallen, kunnen volstaan met de solemneele overdracht van het rectoraat? „Neen", zeiden wet en gewoonte, „ook in datgene wat u thans en klein en onbeduidend voorkomt, omdat gij het vergelijkt met iets, waarmee ge het niet vergelijken moogt, ook in dat Weine behoort gij getrouw te wezen." En is, bij nadere overweging, dat kleine eigenlijk wel klein? Is het niet juist iets groots, dat van het afgeloopen jaar aangaande onze Universiteit alleen de gewone feiten te melden zijn? Immers, dat beteekent, dat zij temidden van de branding der ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1940

Jaarboeken | 65 Pagina's

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1940 - pagina 33

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1940

Jaarboeken | 65 Pagina's