Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 90

86

nuttig oordeelt. Op die vergaderingen heeft hij niet het hoogste, maar toch het eerste en het laatste woord. Bij processies heeft hij den voorrang en gaat hij zelfs aan de Curatoren vooraf. Hij vertegenwoordigt den Senaat bij voorkomende officieële gelegenheden, gaat op audiëntie bij de Koningin, als Hare Majesteit haar jaarlijkse bezoek aan de hoofdstad brengt, en wordt uitgenoodigd tot bijwoning van ontvangsten. Opdat hij onder al deze zorgen niet bezwijken zoude, krijgt hij den Pedel speciaal tot zijne beschikking, geniet hij de vooraanzitting aan de maaltijden en begint hij de uitoefening van zijn ambt met de om des voordeels wil niet te versmaden recensie ". Eerlijk gezegd — er is na zoveel jaren geen reden meer, daarvoor niet ook in het openbaar uit te komen — kon ik in die algemene vrolijkheid toen maar half delen, en was de badinerende aanprijzing van de bevoegdheden en voorrechten van het rectoraat voor mijn besef destijds niet juist het aangewezen middel, om mij, den nieuweling in het ambt, „de bekoorlijkheid en aantrekkelijkheid van het nieuwe", die het volgens mijn voorganger voor mij moest hebben, te doen gevoelen. Thans sta ik er anders tegenover, en is de afstand — niet enkel chronologisch — groot genoeg geworden, om mij in staat te stellen, de geestige persiflage, niet het minst ook als symptoom van de verlichting die het neerleggen van het rectoraat inderdaad voor Bavinck moest betekenen, te waarderen. Maar tevens ben ik mij, dank zij dien afstand, veel meer bewust geworden, hoezeer de toestand der Universiteit zich in slechts ruim vijf lustra heeft gewijzigd. Bedroeg (om slechts het voornaamste te noemen) het getal hoogleraren in 1911 nog slechts 12, thans is het boven de 30 gestegen. Van een Wisen Natuurkundige Faculteit, die in korten tijd tot zo groten bloei kwam, was destijds nog geen sprake: de aftredende Rector kon nog slechts in algemene termen op gezag van derden gewagen van een ,,vorstelijke (testamentaire) beschikking" van wijlen Ds. Van Coeverden Adriani" (21 Januari 1911 overleden), die later de stichting van deze Faculteit mogelijk zou maken. Evenmin bestond er toen nog een afdeling voor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen