Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 115
Ill alleen voor de eerste jaren uitkomst geven. In principe hebben Directeuren nu besloten het gebouw te vergroten door er een derde verdieping met een ruimen zolder op te laten zetten. Daardoor zal ook voor de toekomst de voortgang van het practisch onderwijs verzekerd zijn. Het is echter zeer jammer, dat vooral nu bouwen in principe wel heel veel verschilt van werkelijk bouwen. En wat de gebouwen aan de Keizersgracht betreft, zal er voorlopig wel in het geheel geen kans op afdoende verbetering zijn, tenzij maar daarop ga ik thans niet in. Belangrijker voor het leven der Universiteit, maar zeker niet eenvoudiger is het vraagstuk der uitbreiding. Ingevolge de hoger-onderwijswet moet een bijzondere Universiteit, om den effectus civilis te kunnen krijgen, drie faculteiten hebben, elk met drie gewone hoogleraren. Toen de Vrije Universiteit in 1905 dien effectus civilis voor de Juridische en Literarische faculteiten ontving, voldeden die faculteiten nog slechts omstreeks een jaar aan dezen minimum eis: -bijkans een decennium was Fabius de enige Juridische hoogleraar; en mijn vader had niet veel korter dan een kwart-eeuw in wezen alleen den last van het onderwijs in de klassieke philologie getorst. Wie meent, dat deze faculteiten daarom wetenschappelijk niet meetelden, vergist zich, doordat hij enkel quantiteit tot maatstaf neemt: verscheidene van die faculteiten tevoren verschenen proefschriften werden met ere genoemd, en de wetenschappelijke betekenis der Vrije Universiteit vond ook onder tegenstanders van het ontwerp-Kuyper volmondige erkenning. Al kan er echter ook van een Universiteit van geringen omvang op zichzelf zeer wel kracht uitgaan, toch spreekt het vanzelf, dat men er van meet af aan op bedacht is geweest, boven het wettelijke minimum uit te komen ; en deze pogingen zijn niet zonder resultaat gebleven: thans telt de Juridische faculteit zeven gewone dienstdoende hoogleraren, de literarische negen. Het ligt weer voor de hand, dat gegeven de uitbreiding der wetenschap, ook daarmede het eindpunt niet is bereikt, zelfs niet als men zich bepaalt tot de studierichtingen die thans
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948
Jaarboeken | 176 Pagina's