GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 122

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 122

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

118 over menige hervorming, die zij heette te brengen. Veel te ver ging hem het optimisme van de Reveil-man Koenen. Evenmin deelde hij de opgetogenheid van da Costa, die zich wel zeer ver verwijderde van het standpunt, dat hij in 1823 in ,,Bezwaren tegen de geest dezer eeuw" ontwikkelde, door in '48 in proza en poëzie het nieuwe gebeuren blij te begroeten. Hoe grote verrassing zijn in 1848 verschenen vlugschrift „Het ogenblik. Een woord over het ontwerp van grondwetsherziening" bracht leert de houding van Potgieter. In zijn verhandeling over Hollandsche politieke poëzie, opgenomen in de Gids van 1848 kritiseert Potgieter da Costa's 1648 en 1848, maar dan volgt op de felle kritiek een Naschrift:,,Indien de inrichting van een tijdschrift gedoogde, dat in de laatste dagen der maand een reeks van gezette bladen wegviel — deze hadden het onzentwege mogen doen." Want onder het nazien der drukproeven bereikte hem van da Costa's hand de brochure Het ogenblik en opgetogen over haar inhoud roept hij uit: ,,Goedronder toetreding tot echt Hollandsche politiek laat zich niet denken." Groen van Prinsterer trad minder vlot toe. Onjuist is de voorstelling, dat Groen's conservatisme, Groen's afkeer van de rechtstreekse verkiezingen hem antipathiek tegen het herzieningswerk van 1848 stemde. Hoe zou hij, van wien Buys getuigde dat hij meer dan iemand anders heeft gestreefd naar de emancipatie van het parlement, naar de emancipatie van het kiezersvolk, ja zelfs van het volk achter de kiezers, rechtmatige uitbreiding van den volksinvloed verwerpen? Groen richtte zich niet tegen het instituut der rechtstreekse verkiezingen als zodanig, niet tegen dezen vorm van saamstelling der volksvertegenwoordiging, maar tegen het beginsel dat door vele verdedigers daarachter werd geschoven : tegen de leer der volkssouvereiniteit. Het principe van het individualistisch massastemrecht, door Thorbecke geleraard en in de wetgeving ingevoerd, bestreed hij zonder kwartier. Het boze v/oord van Thorbecke, in zijn Hedendaagsch Staatsburgerschap gesproken : ,,Bijzondere personen zijn tevens en van zelfs publieke personen, regerende tevens en geregeerd, onderdanen tevens en wetgevers, op grond niet van bijzondere hoedanigheden, maar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948

Jaarboeken | 176 Pagina's

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 122

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948

Jaarboeken | 176 Pagina's