Jaarboek 1956-1957 - pagina 85

van de Vrije Universiteit ten opzichte van het buitenland. Van 3 tot 12 september werd weer een zomercursus voor buitenlandse studenten georganiseerd. Het aantal deelnemers bleef ook dit jaar laag, doordat op het laatst enkelen die zich opgegeven hadden, zich terugtrokken, en bedroeg slechts 13. Verheugend was daarentegen het feit, dat de deelnemers van zeer uiteenlopende nationaliteit waren: behalve Duitsers en Engelsen waren er ook Fransen en Amerikanen, een Deen, een Zwitser en een Spanjaard. Ook wil ik een enkel woord wijden aan het tijdschrift, dat vanwege onze Universiteit verschijnt, de Free University Quarterly. Dit tijdschrift heeft in de jaren sinds zijn eerste verschijning steeds met moeilijkheden te kampen gehad. Het is thans gelukt voor het vertalen een voorziening te treffen, welke een meer regelmatige verschijning waarborgt. Het feit, dat aan de Universiteit de gelegenheid voor de studie van het Engels werd geopend, is daaraan niet onschuldig. Natuurlijk zal voor het verder welslagen het niet mogen ontbreken aan een krachtige medewerking van hoogleraren en andere docenten door het afstaan van artikelen. Het eerste nummer van volume IV werd door de Redactie, naar aanleiding van het 75-jarig jubileum, opgedragen aan de Vrije Universiteit. Het tijdschrift, dat ook veel nut oplevert voor de relaties der Bibliotheek, is in de eerste plaats bestemd voor het buitenland. Dit neemt niet weg, dat ook abonné's uit Nederland welkom zijn. Zij kunnen de bestaansbasis helpen versterken. Ik ben gekomen aan het einde van mijn overzicht, waarin nog vele bijzonderheden moesten blijven rusten. Het alles overziende, mogen wij zeggen, dat er aanleiding bestaat tot grote dankbaarheid; dankbaarheid jegens God Almachtig, Die de Universiteit wilde bewaren en zegenen en Die met ons niet gedaan heeft naar onze vele tekortkomingen en zonden; dankbaarheid ook jegens mensen, die in de universitaire gemeenschap zich naast elkander vonden geplaatst en met elkander zich hebben mogen wijden aan de geweldige taak van het dienen ener Universiteit, welke op het wetenschappelijk erf begeert te rekenen met het Woord van God. De beste dank die wij elkander kunnen brengen, is, dunkt mij, gelegen in de vreugde en de vervulHng, welke wij zelf telkens weer hebben mogen vinden in dat dienen.

83

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen