GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 63

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 63

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

genoemde verwijt van de kinderen dat hij hun spel met eens kan zien, is aanleiding voor de inquisiteur om nadere vragen te stellen. Hij begint te vragen naar hun vader, en de kinderen spreken over God. Het misverstand blijft en het dreigement van de inquisiteur hen te zullen slaan, lokt alleen maar een antwoord uit, dat hem doet uitroepen: Pardieu, ce ne sont poinct parolies Qui puissent proceder d'enfants. (267/268) Le Varlet waarschuwt de inquisiteur de kinderen met rust te laten en niet te zeer te letten op Les propoz de ceste innocence.

(277)

Dit woord „innocence", zo spoedig volgend op de verkapte aanwijzing dat het hier niet werkelijk om kinderen gaat, is veelbetekenend, en wijst op een veranderde gezindheid van Le Varlet. Dan beginnen de kinderen psalm 3 te zingen in de vertahng van Clément Marot. O Seigneur, que de gens, A nuyre diligens. Qui nous 12 troublent et griefvent!

(283/285)

L'Inquisiteur meent dat deze eerste verzen op hem slaan. Er is in zijn woorden meer verbazing dan verontwaardiging. Le Varlet echter komt al duidelijker onder de bekoring van het zingen, van de blijdschap en de onschuld van de kinderen en zijn nu volgende opmerkingen tonen, dat de kinderen hem, zoals de Bijbel dat noemt, tot jaloersheid verwekken, zodat hij zegt: Plenst a Dieu, sans tant sermonner, Qu'avecques eulx ilz me retinsent. (344/345) Et que leur chant si bien m'apprinsent Que, comme eulx, vesquisse de foy. (348/349) Let men goed op de wijze, waarop Marguerite deze scène heeft opgebouwd, dan valt het op dat L'Inquisiteur na zijn opmerking: De moy se mocquent, ce me semble.

(290)

de zang van de kinderen niet meer onderbreekt. Hij luistert 61

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Jaarboeken | 360 Pagina's

Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 63

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Jaarboeken | 360 Pagina's