Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 336

Toespraak van Prof. dr. O. Notohamidjojo Het besluit van de Senaat van de Vrije Universiteit om mij te bevorderen tot eredoctor in de Rechtsgeleerdheid is daareven tot uitvoering gekomen door mijn collega, den Rector Magnificus. Op dit plechtig uur is het mij een behoefte uiting te geven aan mijn gevoelens, die mij op het ogenblik vervullen. In de eerste plaats betuig ik mijn oprechte dank voor deze eervolle onderscheiding aan de Senaat die daartoe het besluit nam op zijn vergadering, die voorgezeten werd door Prof. De Gaay Fortman. Dat mij deze onderscheiding is verleend door een oudere zusteruniversiteit (in Nederland) van Universitas Kristen Satya Watjana (in Salatiga, Indonesia) brengt ons tot het bewustzijn dat wij heden leven in de postkoloniale periode der wereldgeschiedenis. Wij leven nu in een mondiale situatie van wereldsamenwerking en oecumenische coöperatie. Zelfs de vijandige fronten der democratische ideologieën en die der autoritaire communismen vertonen pogingen tot toenadering. Het is mijn bede, dat ik de mij verleende onderscheiding met ere en volle verantwoordelijkheid moge dragen in de dienst aan een rechtvaardiger en welvarender wereld in Indonesia. Aan deze Universiteit ben ik de tweede Indonesiër aan wie een ere-doctoraat is verleend. Het eerste was gegeven aan mijn leermeester, wijlen Professor Todong Sutan Gunung Mulia. Deze plechtigheid beweegt mij mijn blik terug te werpen op 334

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen