Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 338
Lemaire hield ons er de moed in met te zeggen, dat de inleiding de mogelijkheid schiep de graad van meester in de rechten te verwerven, maar wellicht ook meer, namelijk om der rechten meester te zijn. De tweede in de rij was mijn hoogleraar en vriend Prof. mr. G. J. Resink, de literator en jurist, bij wie een trefzeker historisch aanvoelen gepaard gaat aan een internationaal bewustzijn. Van hem leerde ik internationaal privaat- en intergentiel Recht. Ook na mijn studenten-tijd tot nu toe heeft Prof. Resink mij begeleid met zijn belangstelling. Dat hij mij waardig keurde, zijn collega in de wetenschappen van het recht en de geschiedenis van Indonesië te noemen, is een eer, die mij met eerbiedige trots vervult. De derde in volgorde was de filosoof van grote vermaardheid. Prof. dr. R. F. Beerling, die bij ons het afsluitende college rechtsfilosofie gaf. Door de invloed van zijn boeiende lessen, o.m. Macht en Recht, nu opgenomen in zijn opus: „Kratos, mens en macht", heb ik mij sedert tien jaren gewijd aan rechtsfilosofie aan de rechtsfaculteit van Satya Watjana. Mijn eigen colleges rechtsfilosofie heb ik getracht te systematiseren rondom vijf vragen, die naar oorsprong, wezen, doel van het Recht, de mens in het Recht en de religieuszedelijke normen, o.a. rechtvaardigheid en billijkheid voor rechtsbeoefening en rechtspraktijk. Mijn politieke vorming verkreeg ik in de aanvang van mijn Vader, die na zijn arbeidersstaking tegen de B.P.M. (Tjepu, 1919) zich aansloot bij de Partai Sarikat Islam in Surabaia. Naast zijn partij-werkzaamheden werd hem door de Voorzitter, de heer Tjokroaminoto toevertrouwd de leiding van de rubriek godsdienstzaken in het partij-blad Oetoesan Hindia. De inwijding in de Christelijke politiek was het werk van Dr. H. Kroeskamp in Sala, in een politieke studie-club, die hij daartoe had geconcipieerd. De politiek als praktijk beoefende ik in de Christelijke Politieke Partij Parkindo, samen met dr. Leimena en mr. Tambunan en in de Indonesische onderwijzersvakorganisatie P.G.R.I. In beide organisaties bekleedde ik het voorzitterschap van een sectie van het hoofdbestuur. Een vorm van praktische politiek was het schrijven in de dagbladpers, dat ik reeds aanving op mijn 21ste jaar. 336
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971
Jaarboeken | 360 Pagina's