Jaarboek 1973-1974 - pagina 47

billijken. Zij moet echter uiterst behoedzaam zijn daar tot dusver de feitelijke ontwikkeling anders verliep dan gegist werd en er, hoe achtbaar ook het voorkomen van een intellectuele werkeloosheid en doeltreffende besteding der middelen mogen wezen, een onder onzekere omstandigheden eigen verantwoordelijkheid der betrokkenen is. De zelfzuchtige numerus fixus-bepaling verwerp ik; de onmogelijkheid om bepaalde restricties die worden voorgesteld hard te maken, erken ik. Maar bij bewezen noodzaak mag er geremd. De ongewisheid voor de toekomst met betrekking tot de universiteiten en hogescholen sluit niet uit dat met de vervulling van enkele verwachtingen te rekenen zij. Ofschoon de idee om scholen en universiteiten snel af te schaffen nog al eens gelanceerd wordt ter doorbreking van een niet in het algemeen belang uitgeoefend onderrichtsmonopolie, zal de redelijke overweging, dat een geen vaste organisatorische bouw vertonende, naar behoefte zich vormende toevallige gemeenschap van leermeesters en leerlingen geringe levenskansen bezit en de aan den lijve ervaren economische noodzaak om zich een bestaan te verwerven in een naar zekere geijkte kennis en ontwikkeling vragende maatschappij stellig van drastische oplossingen, waarvoor een brede aanhang moeilijk verkrijgbaar is, in de nabije toekomst weerhouden. Daarentegen moet wèl invloed worden toegekend aan de afkeer van lange opleidingen. De zucht tot vrije zelfstandigheid, een begeerte naar maatschappelijke mondigheid los van intellectuele dril, een bepaalde ongedurigheid die voortgezet onderwijs aan het begrip sleur verbindt, samen met de herinnering aan niet toesprekende vakken, zullen sommigen een universitaire studie doen weigeren en anderen laten bekorten. Deze jongelui menen - en met enige grond - dat zij van hun 18e tot hun 24e levensjaar steeds weer met nieuwe kennis en vaardigheid verrijkt tegelijk de kans lopen veel te verliezen en te vergeten. Ook een bepaalde geestelijke luiheid is af en toe aanwezig: „waarom zou ik?" Tegen inderdaad in sommige studiën gevraagde exhorbitante inspanning kijkt meer dan eens aan, want met het algemeen uitblinkerschap waarop menigeen prat gaat wordt geen genoegen genomen; het is zaak werkelijk in iets, dat men zich slechts met moeite eigen maakte, te schitteren. Beslist een nieuwe, niet over de gehele breedte toe te juichen ontwikkeling zal vormen het door een of meer perioden van werken in de maatschappij onderbroken verblijf aan de universiteit. Men kan ten gunste hiervan de waarde der persoonlijk opgedane ervaring aanvoeren: zij zou zijn „the wisdom that enables to recognize as an old acquaintance the folly we have already embraced". Men beoogt er zeker ook mee het studieprogram in strikte zin te bekorten, de betrekkelijke waarde van de opleiding tegenover het leven te illustreren. De 47

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen