Jaarboek 1974-1975 - pagina 25

Wetenschapsbeleid. Een gebeurtenis van belang was de verschijning van de nota Wetenschapsbeleid van minister Trip in december vorig jaar. Een waardevol werkstuk waarin echter het rechtstreeks door de overheid gesubsidieerde universitaire onderzoek, de zogenaamde eerste geldstroom, nauwelijks aan de orde komt. Als binnenkort de nota in het parlement wordt besproken zullen hierover ongetwijfeld de tongen loskomen. Een belangrijk punt van discussie zal dan zijn hoe de beslissingsstructuur voor het besteden van gelden uit de eerste en tweede geldstroom komt te liggen. Wij zullen ons met nadruk moeten stellen achter de opvatting die dr. Bannier onlangs bij het 25-jarig Z.W.O.-jubileum als volgt formuleerde: de eerste en de - als aanvulling bedoelde - tweede geldstroom hebben weliswaar één object: het universitaire onderzoek, maar ze hebben afzonderlijke doelstellingen en zullen daarom ook volgens eigen normen en door afzonderlijke organen moeten worden geleid. Maar dan wèl met een onderling zó nauw contact dat ze voortdurend met eikaars optreden rekening kunnen houden. Speciaal vanuit een bijzondere universiteit als de onze zal de eigen bevoegdheid en de eigen competentie ten aanzien van de eerste geldstroom met kracht moeten worden gesteld en gehandhaafd. De voordelen van het systeem van een meervoudige financiering, dat trouwens in alle met ons land vergelijkbare landen wordt gehanteerd, zijn overigens zo groot dat handhaving ervan bij de uitwerking van een nieuw wetenschapsbeleid geboden is. Gelukkig is minister Trip het blijkens zijn nota daarmee geheel eens. Te waarderen valt dat de huidige bewindslieden een open oog hebben voor de rol van de wetenschap in onze samenleving. Want in een niet of nauwelijks meer groeiende economie ziet het er in het algemeen voor de wetenschap maar somber uit. Grote nieuwe projecten zullen in het geheel geen kans meer m.aken. Het klimaat om nieuwe gebieden in de wetenschap te ontginnen, of nieuwe studierichtingen te starten is zonder meer ongunstig. Bij het opnieuw verdelen van de beschikbare financiële middelen dreigt nivellering; er liggen ernstige prioriteitsconflicten in het verschiet. Tegenover scholen en ziekenhuizen dreigt onderzoek aan het kortste eind te trekken, en als dat zo is kan de wetenschap bij voorbaat als verliezer worden aangemerkt. Alleen een goed afgewogen regeringsbeleid zal kunnen voorkomen dat het huidige niveau van de instellingen voor w.o. in Nederland gaat dalen, en dat er nog groter werkloosheid onder de afgestudeerden ontstaat. 23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen