GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1975-1976 - pagina 47

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1975-1976 - pagina 47

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terzake van universiteiten en hogescholen dienen beslissingen te vallen van algemene en bijzondere aard. Over de bevoegdheden van minister van onderwijs en wetenschappen en Staten-Generaal in verband met wetgeving, toewijzing van gelden en algemeen beleid bestaat weinig twijfel. Dit is bij universiteiten en hogescholen niet aldus. Deze instellingen zijn uit ongelijke delen opgebouwd, kennen geen geheel duidelijke gezagsverhoudingen — er is veel morele autoriteit — en vragen wel om bestuur dat evenwel geheel dienstbaar aan onderwijs en onderzoek behoort te zijn. Het zal gevoerd worden naar regels die van voor overheidsbestuur geldende voorschriften op sommige punten afwijken en die geheel op menselijke relaties — de betrekkingen tussen leermeesters en leerlingen voorop — zijn toegesneden. Vroeger was dikwijls onduidelijk wie het uiteindelijk voor het zeggen had. De Hoger Onderwijswet van 1876 kende de bekende tweesporigheid van bestuur en beheer. In de Wet Universitaire Bestuurshervorming 1970 is wel getracht een duidelijk „monistische" structuur te scheppen, maar gelukkig met mager resultaat en op stapel staande wijzigingen moeten weer in sterker mate zien recht te doen aan een niet te versimpelen realiteit. Enigermate bevreemdt het vertrouwen gesteld in organisatiebureaus, die men ook dusgeheten „structurele" problemen wil laten oplossen. Er verschijnen dan steeds rapporten, waaruit wel iets te peuren is, tevens heeft men zich gedekt tegenover de buitenwereld: in het ergste geval kan de geleverde beschouwing — het McKinsey Report — worden bijgezet in het mausoleum der van zonnig initiatief getuigende bescheiden, waarop onverwachts een bui van twijfel neerplensde. Reeds bij eerste oogopslag treft, dat als men in de universiteiten om wat duideUjkheid te verkrijgen geledingen onderscheidt de aantallen van hen, die tot de wetenschappelijke staf of tot het technisch en administratief personeel behoren, veel geringer zijn dan het studentencijfer. De twee eerste groepen vormen echter in het algemeen de blijvers. De studenten wisselen in een door beëindiging of onvoltooid afbreken van hun studie bepaalde tijd. Met toepassing van regels geldend voor enigszins overeenkomstige publieke organen zouden laatstgenoemden de koers vrijwel kunnen bepalen. Men is intussen ook vanuit Den Haag, dat aan het begin graag met de ontwikkeling der gemeenten in Nederland vergeleek, bepaald voorzichtiger geworden. Het bestuur van universiteiten en hogescholen, de universiteits- of hogeschoolraad en het college van bestuur worden nog wel naast gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders geplaatst, maar de verschillen krijgen nadruk. Met wat groter stelligheid wordt over de bijzondere taak van een dekanen45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

Jaarboeken | 252 Pagina's

Jaarboek 1975-1976 - pagina 47

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

Jaarboeken | 252 Pagina's