Jaarboek 1980-1981 - pagina 26

budget vallen, maar waarmee evenzeer arbeidsplaatsen gemoeid zijn, binnen en buiten de universiteit. Dat budget leverde in 1981 al grote zorgen op, in 1982 lopen we vast. Daarbij draait het om de energiekosten, in een universiteit niet alleen veroorzaakt door verlichting en verwarming, maar ook door onderzoeksprogramma's (vooral de laboratoria). In 1981 nemen de energiekosten ruim 1/5 deel van het V.U.-budget overige lasten (ƒ 46 miljoen) in beslag. De prijsstijging van energie staat in geen verhouding tot de andere kostenstijgingen. Volgens index 1978 = 100 steeg voor de V.U. de energieprijs tot 1979=119, 1980=151, en 1981=225 (geraamd), en moet verwacht worden: 1982 = 272. Daar is met beperking van energiegebruik niet tegen op te bezuinigen. De V.U. bezuinigde in energieverbruik met 19% bij vergelijking van 1981 met 1978. Zo werd bv. het electriciteitsgebruik in het hoofdgebouw van 1979 op 1980 met 19,5% beperkt. We zullen doorgaan met 'zuinig met energie', maar de grenzen van beperking zijn in zicht, tenzij bepaalde investeringen kunnen worden gedaan, waarvoor echter de middelen ontbreken. Of moeten we gaan denken aan beëindiging van energie-intensieve onderwijs- en onderzoeksprogramma's? Een correcte ministeriële begroting van energiekosten aan de universiteiten en hogescholen voor 1981 zou zijn geweest: verbruik en prijs 1980 zijn grondslag voor begroting 1981, en in de loop van 1981 wordt een prijscompensatie voor 1981 toegekend, eventueel met inachtneming van een verbruiksbezuiniging in 1981 ten opzichte van 1980. Wat heeft de minister echter gedaan? Hij nam niet 1980, maar 1978 als uitgangspunt, en voegde aan de prijs 1978 14,4% toe. Dat had moeten zijn (in landelijke cijfers): 1979 = 1978 + 17%; 1980=1979-1-30%; dus 1978-1-52% in plaats van de ministeriële 14,4%. Daarmee was de begroting voor energie bij het begin van 1981 voor het wetenschappelijk onderwijs als geheel al ongeveer ƒ 25 miljoen te laag. Ter wille van een overzichtelijke boekhouding duid ik dit gat volgens politiek-budgettair jargon aan als het eerste gat van Pais; er zijn er namelijk vier, alleen in de overige lasten w.o. Het tweede gat is de compensatie voor de energieprijsstijging in 1981. Naar raming zou die voor het hele w.o. (zonder aftrek van bezuinigingen op verbruik) ongeveer ƒ 25 miljoen moeten zijn. Volgens recente berichten krijgt het w.o. daarvoor / 8,3 miljoen in 1981 en / 16,8 miljoen in 1982. Het w.o. begint 1982 dus met het eerste gat ad ƒ 25 miljoen en het tweede gat ad ƒ 8 miljoen, alleen voor de energierekening. Het is dan weer afwachten hoeveel prijscompensatie er in 1982 komt. Nu moeten de instellingen ondanks ontoereikende ministeriële toewijzingen hun energierekeningen wel betalen. Daartoe moet dan geld onttrokken wor24

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen