Jaarboek 1981-1982 - pagina 25

loud van gebouwen en vervanging van bestaande apparatuur. De faculteitsbudgetten /oor onderwijs en onderzoek zullen in 1983 ongeveer 70% bedragen van het niveau 1979 na aanzienlijke bezuiniging op andere budgetten. Een en ander is het afgelopen aar zorgvuldig gedocumenteerd en onbetwist aan minister en Tweede Kamer uiteengezet, vooralsnog zonder resultaat. •let VU-huisvestingsbeleid is zoveel mogelijk geheroriënteerd op „overleven" in ifwachting van adequaat overheidsbeleid. Knelpunten in de huisvesting van faculteiten ;n diensten worden zo goed mogelijk door herschikking en herverdeling van bestaande uimte opgelost. Essentiële voorzieningen voor onderzoek, veiligheid en verdere bespaing van energiegebruik hebben voorrang. Projecten en plannen worden - in goed )verleg met het departement - herhaaldelijk herzien en bijgesteld om te woekeren met Ie beperkte beschikbare middelen. Toezeggingen en verwachtingen, zelfs uit het recene verleden, komen gedurig op losse schroeven te staan. Jit het voorgaande zal duidelijk zijn dat plannen, het Algemeen Financieel Schema van ie minister voorop, tegenwoordig vaak niet veel meer waard zijn dan het papier waarop ;e staan. Onder druk van de ongeplande, van jaar tot jaar zeer laat uit de lucht vallende jezuinigingen zijn o.a. de meerjarenafspraken tussen minister en universiteiten bezweten. Ook de interne universitaire planning is hoogst onzeker. Steeds weer moet bepaald vorden wat de consequenties zijn van de gewijzigde budgetaire situatie; aan faculteiten can de door hen gewenste stabiliteit in planning niet goed meer worden verschaft. n het landelijk universitair planningsoverleg is het afgelopen bestuursjaar veel tijd lesteed aan een poging om een nieuw financieringsmodel voor de personeelsbudgetten 'an de insteUingen tot stand te brengen (het zogenaamde Plaatsen-Geld-Model). De oorlopige modellen, in vroeger jaren ontwikkeld en toegepast, zijn alle bezweken, en )ij de nieuwe bezuinigingsronde in 1981 kon de minister niet anders verdelen dan op ;rond van de budgettaire status quo, waarbij de zgn. groei-instellingen werden ontzien. iet gaat het bestek van dit verslag te buiten om een analyse te geven van het nieuwe nodel en de discussie erover; het overleg is bovendien nog niet afgesloten en een aantal )roblemen en controversen zijn nog niet tot een oplossing gebracht. Voortvarende )Ogingen van de minister om knopen door te hakken, in het kader van politieke jcsluitvorming over de WO-financiering, hebben helderheid en consensus niet bevorlerd. Het is dan ook de vraag of het model voldoende kwaliteit en stabiliteit krijgt om de loodzakelijke planning van de WO-financiering tot stand te brengen en vooral om een ;rondslag te geven voor een betere planning binnen de instelhngen. De crisis in het )verheidsbudget, de daaruit voortvloeiende bezuinigingen op het WO, en de opvatingen van de minister over daaraan te verbinden consequenties hebben een begrijpeijke, maar ook chaotiserende invloed op de beleidsvorming voor het financieringsnodel. letzelfde lijkt het geval te zijn voor het onderwerp ,,voorwaardelijke financiering van 23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen