Jaarboek 1985-1986 - pagina 25

bonden aan profiel en schaal van de instelling in termen van disciplines en sectoren). Als normatief wordt toegewezen aan de instelling, kan in het kader van HOAK de voorwaardelijke financiering relatief gemakkelijk worden voortgezet. De instelling geeft de minister de garantie dat aan de voorwaarden voor het zogenaamde B-deel wordt voldaan, door een stelsel van interne toewijzing en jurering op kwaliteit. Dit betekent dat facultaire programma's op instellingsniveau getoetst moeten worden. De minister beoordeelt dan de kwaliteit van het betrokken universitair management, en wijst in eerste instantie op die grond het B-deel toe. Daarnaast wordt periodiek, landelijk per discipline het onderzoek strikt beoordeeld door onafhankelijke deskundigen, onder wie buitenlanders. Uit deze beoordeling blijkt of de instellingsgarantie betrouwbaar genoeg was. Als dat in ernstige mate niet het geval is, moeten budgettaire sancties worden toegepast. 5. Terugkerend tot de faculteit-nieuwe-stijl: de nieuwe WWO en afschaffing van het Academisch Statuut ingevolge HOAK leiden tot veranderingen in formele taakstelling en organisatie van de faculteit. Maar er is meer aan de hand. Die veranderingen hebben namelijk consequenties voor het feitelijk functioneren van het facultair bestuur, vooral in faculteiten van enige omvang en complexiteit. Het is moeilijk daarover uitspraken te doen die zonder meer op elke faculteit van toepassing zijn. In diverse opzichten zijn faculteiten immers verscheiden, en wat het onderwijs betreft zal de verscheidenheid eerder toe- dan afnemen. Bovendien is het ontwikkelingsproces dat ik tracht te schetsen, in sommige faculteiten al lang aan de gang. Kenmerkend voor de faculteit-nieuwe-stijl is de rol van het bestuur van de faculteit. Die rol is leiding geven aan de faculteit. De leiderschapsfunctie gaat samen met de verantwoordelijkheid voor management van de faculteit, zowel in strategisch opzicht als door ervoor te zorgen dat van dag tot dag effectief bestuurd wordt. Daartoe zal overigens meer gedelegeerd moeten worden dan nu vaak het geval is. Spreken over faculteitsbesturen in termen van leiderschap en management behoort niet tot de cultuur van de huidige universiteit. Voor de faculteit-nieuwe-stijl in de universiteit van morgen zijn dit passende termen en normen. In het bedrijfsleven is veel ervaring opgedaan met acties en programma's tot kwaliteitsverbetering. Daarbij is de ontwikkelingsgang dat men van een aparte taak tot kwaliteitscontrole overging naar het inbouwen van kwaliteitszorg in de gewone activiteiten, en van daar kwam tot zodanige planning en organisatie van werkzaamheden dat kwaliteit het gevolg is. Goed management leidt dan tot kwaliteit. Voor de facultaire professionele organisatie is dat ook relevant. Immers, kwaliteit is in een faculteit een integraal begrip, dat zowel onderwijs als onderzoek omvat, en dat de gehele facultaire organisatie raakt. Tot de nieuwe facultaire bestuurs verantwoordelijkheid behoort het aan de orde stellen en tot een beslissing brengen van innovatievragen inzake het aanbod van 23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen