GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1987-1988 - pagina 26

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1987-1988 - pagina 26

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

5.2. De recente belangstelling voor de finish van de studie leidt de aandacht af van de start. Toch is wat daar gebeurt van minstens zo groot belang. En heel fraai ziet het er aan het begin niet uit. Bij de opening van het academisch jaar 1983 was de toenmalige rector Verheul al bezorgd over het propedeutisch jaar. In de volgende jaren kon rector Drenth over de slaagpercentages in de propedeuse alleen in zoverre een opgewekt geluid laten horen voorzover hij ze vergeleek met de cijfers van de meeste van zijn collega's. De cijfers laten drie groepen zien: studenten die de propedeuse in de cursustijd voltooien (cohort 1982: 45%), studenten die vertraagd de propedeuse halen (cohort 1982: 26%) en studenten die de studierichting na kortere of langere tijd verlaten zonder voor het propedeutisch examen geslaagd te zijn (cohort 1982: 29%). Als de propedeuse haar selectie-functie goed uitoefent, zijn de studenten die geslaagd zijn voor het propedeutisch examen geoormerkt als studenten die ook het doctoraal programma aankunnen. In de loop van dit jaar zullen we precies kunnen vaststellen hoe nauw de samenhang is tussen geschiktheid en feitelijk slagen. Vertraging tijdens de propedeuse (26%) kan op conto worden gezet van overbrugging van de kennis-afstand tussen VWO en universiteit, gewenning aan een ander leef- en studie-ritme en aarzelingen na de studiekeuze. Ieder van die drie factoren verdient het door de universiteit ernstig te worden genomen. Ze worden te gemakkelijk als louter een zaak van de studenten beschouwd. De derde groep (de 29% die voor het propedeuse-examen omzwaait of verdwijnt) is te beschouwen als de potentiële probleem-groep van het hoger onderwijs. Het is in elk geval de spookgroep. ledere instelling weet hoe groot ze is. Bitter weinig is bekend over haar verdere lot. Deze studenten verdwijnen soms voor ze ook maar één tentamen hebben afgelegd, anderen na twee jaar modderen. Natuurlijk zijn er bij die omzwaaien en dan met succes afstuderen in de nieuwe studierichting. Maar er is geen aanleiding te menen dat dit de meerderheid is. Er zijn aanwijzingen dat niet meer dan een vijfde van hen de studie aan een andere universiteit voortzet. Cynici stellen vast dat deze groep de prijs is die het Nederlandse universitaire stelsel moet betalen voor de vrije toegang tot de universiteit. Hier wordt het ongelimiteerde vertrouwen in zelfselectie beschaamd. Pragmatici stellen vast dat, afgezien van een goede voorlichting vooraf en adequate advisering tijdens de propedeuse, de universiteit er niets aan kan doen dat nogal wat studenten kennelijk moeite hebben de studierichting van hun keuze en hun capaciteiten te bepalen. 24

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Jaarboeken | 162 Pagina's

Jaarboek 1987-1988 - pagina 26

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Jaarboeken | 162 Pagina's