1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 25

19 materialisme bij hun pogingen om toch vooral alles zoo eenvoudig mogelijk te verklaren, meer bezield wordt door angst voor en afkeer van alles wat met God of godsdienst te maken heeft, dan door waarheidsliefde, en het tegenovergestelde moet m.i. verondersteld worden voor een aantal ,,vitalisten", die op een allerongelukkigste wijze een soort van geloofszekerheid trachten te verkrijgen langs een weg, die hiervoor wel allerminst de juiste mag genoemd worden. Uiterst bedenkelijk lijkt mij de tegenwoordig gelukkig weinig gebruikelijke, maar vroeger zeer algemeene gewoonte God als factor, n a a s t andere oorzaken ter verklaring van onbegrepen natuurverschijnselen in te schakelen. Men wordt door de verdere ontwikkeling der natuurwetenschap geregeld gedwongen Hem, evenals deze andere oorzaken, door een andere factor te vervangen. De complexe biologische verschijnselen dan vragen in de eerste plaats een biologische analyse Hierbij komen dan ook een aantal wetmatigheden voor den dag, die specifiek biologisch zijn. Als voorbeelden noem ik : de impulsgeleiding in het zenuwnet met decrement, de alles of niets wet bij de activatie van spier en zenuwvezels der gewervelde dieren, de veelzijdige potentialiteit van ongedifferentieerde embryonale cellen, de erfelijkheidswetten van MENDEL. Volgens ROUX, de grondlegger van de ontwikkelingsmechanica, hebben we hier te maken met wetten en regels, die mettertijd bestemd zijn op te gaan in algemeener wetten van physisch-chemischen aard. Men zou ze tot op zekere hoogte kunnen vergelijken met de wetten, die door meteorologen zijn opgesteld. Inderdaad is het in sommige gevallen gelukt de gevonden biologische relaties bij verdere analyse physisch-chemisch te fundeeren. Laten we het biologisch werkprogramma, dat a.h.w. door stilzwijgende overeenkomst is opgesteld, wat nader onder de loupe nemen. Voor het begrijpen van een biologisch proces, dat zintuigelijk kan worden waargenomen, is kennis èn van de materieele structuur èn van de afzonderlijke enkelvoudige processen noodzakelijk. Voor zoover he't gaat om macrostructuren, verschaffen de grove anatomie en de microscopische anatomie ons in hoofdzaak reeds voldoende gegevens. W a t de in het v o l w a s s e n dier zich afspelende processen betreft, is het tot nu toe nooit noodig geweest van andere dan zuiver physisch-chemische voorstellingen gebruik te maken, mits men deze voorstellingen op gesegregeerde onderdeelen, niet op complexe verschijnselen toepast. Bij de allereenvoudigste processen, zooals de verteringsprocessen in het darmkanaal, het gastransport en de verschuivingen in de ionenevenwichten in het bloed is deze analyse in principe voltooid, evenals de voor een werkelijk begrip der zaak noodzakelijke resynthese (L. J. H E N D E R S O N ) . Voor het begrijpen van de intracellulair zich afspelende processen ontbreekt in de eerste plaats nog de kennis van de structuur van de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen