1948 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 71

63 litaire staat, die in wezen geen recht boven zich erkent en dus ook in feite niet deel kan nemen aan een internationale rechtsgemeenschap. W i e hiervoor een open oog heeft, kan de naaste toekomst moeilijk al te optimistisch inzien. Kort saamgevat is het standpunt dat wij in deze hebben in te nemen als volgt: Niet de souvereine staat, doch de statengemeenschap is het uitgangspunt. Deze statengemeenschap is een uitvloeisel van de samenhang en de verwantschap van het ganse menselijke geslacht, door God uit énen bloede geschapen. Zij is de realisering van een hogere zedelijke wereldorde, die h a a r oorsprong vindt in de scheppingsorde. H e t algemeen belang der gehele mensheid vordert de onderwerping aan een interstatelijke rechtsorde; deze behoort de synthese te vormen van de belangen der staatsgemeenschappen door de tegenstellingen op te lossen en botsingen te voorkomen. D e souvereiniteit der staten ten aanzien van de internationale ordening heeft geen absolute, doch relatieve betekenis. O p het punt der bewapening en in het bijzonder ten aanzien van het atoomwapen is een internationale regeling en controle noodzakelijk. D a a r m e e valt deze materie binnen de sfeer van het internationale recht. D e bevordering en naleving van het internationale recht is een gebiedende eis van het christelijke levensbeginsel, volgens hetwelk de verwezenlijking der goddelijke gerechtigheid ook in de samenleving der volken hoogste doel en maats+af behoort te zijn. D e meest uitnemende regeling zal evenwel falen indien de gezindheid der mensen niet verandert, indien het hart zich niet neigt tot God. n a a r W i e n s heilige wil recht en vrede op aarde zullen heersen. Laat ik mogen eindigen met de roerende invocatie, w a a r m e e de Calvinistische rechtsgeleerde A l b e r i c u s G e n t i l i s vóèr 350 jaar zijn 2e en 3e boek over het Recht van oorlog besloot en die ons in de eeuv/ van de atoombom wel opnieuw uit het hart is gegrepen: O , grote God, wil Gij ons in U w goedheid verre houden van barbaarsheid, wreedheid en onverzoenlijke vijandschap! M o g e de os en de leeuw stro eten en moge de os geen wreedheid leren, doch de leeuw barmhartigheid. M o g e de grote en goede God de vorsten (staatslieden) er toe leiden om eens en vooral een eind te maken aan de oorlog en zich vromelijk te houden aan de voorwaarden van de vrede en aan de verdragen. T e l k e n s en telkens weer smeek ik U , o God, maak een einde aan de oorlogen; geef Gij ons vrede, vergevende onze zonden, ons genadig zijnde om de wille van U w zoon, onze Zaligmaker Jezus Christus.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen