GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 25

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

GESCHIEDENIS DER GEOLOGISCHE WETENSCHAPPEN

17

Twee belangrijke groepen van verschijnselen vonden in de theorie van Werner geen aannemelijke verklaring: a. de vulkanische, door hem als brandende steenkoollagen verklaard; b. de tektonische, die de oorzaak zijn van dislocaties, scheefsteUing, plooiïng, samenschuiving en ook wel metamorphose van de sediment- en andere gesteenten. Hellingen in de lagen kunnen in Werner's gedachtengang slechts primaire hellingen tengevolge van de afzetting op het onregelmatig golvende oppervlak van de nucleus zijn, óf in beperkte mate van secundaire aard, doordat zekere massa's sedimentgesteente langs de te steile vlakken van de nucleus hier en daar zijn afgegleden, waardoor dus op zeer beperkte schaal bewegingen in de aardkorst worden mogelijk geacht. In andere landen, zoals Frankrijk, bleken de opvattingen van Werner al spoedig onhoudbaar, zodat de Wernerianen zich op den duur gewonnen hebben moeten geven aan de Plutonisten, hoewel ook hun opvattingen eenzijdig waren. James Hutton (1726—1797), leider van de school der Plutonisten, ook wel Vulkanisten genoemd, is om twee rekenen zeer belangrijk geweest. Hij legde de nadruk op de betekenis van de z.g. discordanties en beschouwde de ongelaagde volkristallijne gesteenten, zoals bijvoorbeeld granieten en bazalten, als stollingsproducten van een gloeiend vloeibaar magma. Ad 1. De verschillende lagen van de sedimentgesteenten bleken vaak niet concordant ten opzichte van elkaar te liggen, d.w.z. de laagvlakken liepen lang niet altijd evenwijdig, maar vormden veelal een hoek met elkaar. De stratigraphische kolom op een bepaalde plaats op aarde bleek dus niet te bestaan uit een eenvoudige continue reeks van oorspronkelijk horizontaal gelaagde afzettingen, als geheel eenmaal geplooid en gestoord, maar uit verschillende oorspronkelijk horizontaal gelaagde series, waarvan de bovenste, en dus de jongste, het minst of niet gestoord was, de oudere steeds intensiever geplooid en verbroken bleken te zijn. Er bleken op de plaats van overgang van een méér naar minder intensief geplooid pakket voorts grotere of kleinere hiaten te bestaan, die men niet alleen kon verklaren door aan te nemen, dat ter plaatse op dat tijdstip nooit afzetting was geweest, maar waarvan men wel moest aannemen dat grote gedeelten van het sedimentpakket door bepaalde oorzaken weer waren verwijderd, vóór afzetting van een nieuw pakket plaats vond. Deze waarnemingen, gecombineerd met het feit, dat in de stratigraphische kolom vaak ook continentale (op land afgezette) formaties voorkwamen, brachten Hutton er toe de aardkorst voor veel beweeglijker te houden dan tot nu toe gedaan werd. Hij gaf voor de waargenomen feiten de volgende verklaring :

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's