GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 165

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr ABRAHAM KUYPER EN DE NATUURWETENSCHAP

145

voor de opvatting, dat er van de oorspronkelijke door God geschapen soorten slechts variaties zijn ontstaan, en dat er op grond van Genesis 1 van een descendentie der soorten geen sprake kan zijn (21), heeft hij zich nooit zo scherp geuit als de schrijver van de genoemde Herautartikelen. Verder is het opmerkelijk dat hij in de aanhangers van de evolutie-theorie twee soorten onderscheidde, nl. degenen, die in een of andere vorm de Haeckeliaanse filosofie aanhingen, en degenen, die met Dubois-Reymond wel in een scheppende activiteit Gods geloofden, maar deze afgesloten dachten met de schepping van met kracht toegeruste atomen, die zich verder zonder het ingrijpen Gods hadden ontwikkeld. Beide standpunten verwerpt hij, doch hij schijnt niet tot de gedachte gekomen te zijn, hoewel toch de geest van zijn „Evolutie" als het ware in die richting drong, dat het Heelal ontstaan zou kunnen zijn langs de weg van een geleidelijke of sprongsgewijze ontwikkeling, die van ogenblik tot ogenblik door Gods hand werd geleid. Deze twee feiten, nl. dat hij zich voor een volkomen onafhankelijke schepping der soorten beriep op Genesis 1, en dat hij steeds weer, zeer terecht, naast de Haeckeliaanse, ook de gematigde evolutionistische opvatting van Dubois-Reymond bestreed, zijn in de Heraut-artikelen sterk naar voren geschoven, en beladen met conclusies, die Kuyper zelf nooit getrokken had. Deze artikelen geven wel Kuypers mening weer, doch sterk toegespitst, en soms versierd met waardeloze argumenten, die deze zelf niet voor zijn rekening genomen zou hebben. Overigens is ook de „Locus de Creatione" niet vergelijkbaar met de rectorale oratie. Kuyper wilde zelf voor de uitgegeven dictaten, die door studenten persklaar zijn gemaakt, geen verantwoordelijkheid dragen. (22) Het is daarom beter, de struikelingen op het pad der natuurwetenschap, die daarin zijn te constateren, niet breed uit te meten, aangezien het moeilijk valt uit te maken of die te wijten zijn aan onvoldoende voorbereiding van Kuypers kant, of aan gebrekkige weergave van de zijde van de dictaat-opnemende student. Karakteristiek voor Kuypers niet-empirische aanleg is een artikel in „De Heraut" (23), waarin hij wijst op de studiën van Dr Gharles Lagrange, die, hoewel zelf geen gelovige, tot het resultaat is gekomen, dat er een zondvloed moet geweest zijn en dat er, na nog vele eeuwen, en andere onderstbovenkering van de aarde te verwachten is, die zich zal kenmerken door een ontzettende wereldbrand. Verklaring : De aardbol is inwendig doortrokken met een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 165

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's