1953 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 32

18

C. C. J O N K E R

hebben dat vroeger gemaakt zijn. Misschien is het wel mogelijk aan te geven in hoeverre of de belangstelling voor bepaalde vragen verschoven is en na te gaan of er problemen zijn, waarvan de oplossing dichterbij gekomen is. Van beide een enkel voorbeeld. Allereerst merken we dan op, dat de houding van de ongelovige wetenschap op allerlei punten zelf een wijziging onderging, omdat de gangbare stromingen nu een merkbare irrationalistische zwenking vertonen ten opzichte van het materialisme en mechanisme der vorige eeuw. Schijnbaar is daardoor ook meer speelruimte gekomen voor een waardering van de gelovige wetenschap. Toch zullen we m.i. goed doen deze toterantie niet al te hoog aan te slaan. Bezien we nu eerst eens onze houding t.o.v. de Bijbel zelf, dan hebt U al in de bespreking van het voorafgaande een zekere verschuiving waargenomen. Dit blijkt ook duidelijk als we de mentaliteit, waaruit het organiseren van het congres over „de ouderdom der aarde" voortkwam, leggen naast de vroegere houding. Nu is de zienswijze over dit probleem niet expliciet bekend. In artikelen omstreeks 1912 over de nevelhypothese van Laplace werd deze afgewezen op grond van het scheppingsgeloof. Dit betreft dus het ontstaan, niet rechtstreeks de ouderdom der aarde. Op het genoemde congres is echter een begin gemaakt met de confrontatie van de wetenschappelijke gegevens over de ouderdom der aardkorst met de gegevens uit Genesis 1. Het feit dat de ouderdom van de aardkorst op ongeveer 2 X 109 jaar gesteld werd, bracht ons nog niet in direct conflict met de Schriftgegevens. De verdere uitwerking van de gegevens over het optreden van het eerste plantaardig en dierlijk leven stelt echter noodzakelijk de vraag naar de interpretatie van Genesis 1 aan de orde. Hoewel wij uit deze conferentie geleerd hebben hoe voorzichtig men de wetenschappelijke gegevens moet gebruiken en dat het met name zeer noodzakelijk is deze gegevens te laten rijpen tot ze een zekere innerlijke consistentie gekregen hebben, toch zullen wij op de duur deze verdere problemen niet kunnen ontwijken. Het zou daarom, nog afgezien van het zoeken van de meest tactvolle weg om deze vragen met de exegeten en theologen door te spreken, mij zeer verheugen als b.v. de vraag naar de ouderdom van het menselijk geslacht niet geheel aan de ongelovige research zou worden overgelaten. Het schoot mij b.v. één dezer dagen te binnen, dat de pas ontdekte physische methode, waarmede men langs radioactieve weg de ouderdom van organisch materiaal kan bepalen en die op de vorming en desintegratie van Ci^ berust, ook toegepast zou kunnen worden op

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen