GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 201

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

162

A. L. JANSE DE JONGE

hij tot een dualiteit. Een zelfde dualiteit als ik in onze beschouvwng zojuist onder de termen subject en object beschreef. Van der Horst plaatst naast elkaar de causale en de teleologische denkwijze, terwijl men ook kan spreken over het quantitatieve en het qualitatieve kennen. Hij wees er reeds op dat het eigenaardige verschijnsel zich voordoet, dat wij als medici ons graag terugtrekken op het inzicht in de causale relaties. Wij worden immers als arts geroepen bij de zieke en de situatie wordt niet beheerst door wat wij er van denken, doch door wat wij er aan moeten doen. Hiermede komen wij op een typisch probleem van het bewijs in de geneeskunde. Alvorens hier op in te gaan wil ik nog enkele opmerkingen maken over de geneeskunde, zoals die zich als discipline heden ten dage aan ons voordoet. Hl.

De geneeskunde

Van der Horst wees er reeds in de genoemde studie op dat de instelling van de arts pragmatisch van aard is. De practiserende arts moet immers iets doen en hoewel hij in dit doen en in het kunnen doen elke dag tekort schiet, neemt dit niet weg dat het pragmatische karakter van zijn werk steeds aan de dag treedt. Men kan zich dan ook afvragen of de geneeskunde, zoals die reilt en zeilt, wel een „wetenschap" is in de strikte zin van het woord. Het is duidelijk dat het menselijk handelen niet in de eerste plaats beheerst wordt door wetenschappelijke principes en factoren. Men pleegt zich meestal uit deze moeilijkheid te redden door te spreken van een „toegepaste" wetenschap, maar ook deze term is in de medische sfeer niet geheel toereikend. Men kan zich immers afvragen wat dan wel wordt toegepast. Heden ten dage worden tal van inzichten inderdaad in de geneeskunde toegepast. Biologische, biochemische, biofysische verworvenheden worden zo snel mogelijk in de medische sfeer gebracht en vinden daar hun „toepassing". Het blijkt dan echter dagelijks dat in de geneeskunde eigen specifieke problemen aan de orde komen, juist omdat men daar niet in de eerste plaats te maken heeft met normale functies maar met pathologische verschijnselen. Hieruit resulteert de vraag in hoeverre in de pathologie sprake is van eigen specifieke problemen. Het is vaak zo dat niet de normale functie licht werpt op de pathologie, maar dikwijls is vooral het omgekeerde het geval. De specifiek pathologische verschijnselen doen vaak iets begrijpen van de ingewikkeldheid der normale en op het eerste gezicht vanzelfsprekende functies. Voor de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 201

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's