1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 191

BOEKBESPREKING

156

huwelijk primair de procreatie als doel heeft, welk standpunt wij nu toch wel te boven zijn. Voorts merkt de vrager op, dat bij emigratie zeker niet de „besten" weggaan, maar veelmeer degenen, die mogelijk mislukt zijn. Antwoord: Voorlichting en propaganda van overheidswege ten gunste van geboortebeperking dienen door ons inderdaad onvoorwaardelijk te worden afgewezen, zelfs ongeacht het gesignaleerde gevaar. Stellig wijst de reformatorische christen de roomse opvatting omtrent het huwelijk af, doch ook dan moet men zeer reëel met de sexuele verlangens van de gehuwden rekening houden. Ref. beaamt de opmerking inzake de inslag bij het merendeel der emigranten ten volle; in dit verband wijst hij op een recente enquête onder leiding van de socioloog prof. Groenman, waaruit genoegzaam is gebleken, dat de expatriëring in het algemeen inderdaad uit een zekere „mislukking" resulteert.

IBoekhesprehing Dr. A. Hijmans e.a.: Kunstmatige inseminatie bij de mens. Uitg. van „Soteria", tijdschrift van de P.C.A.O. Prijs ƒ 2.50. Het is een goede gedachte geweest van de Redactie van „Soteria" de vier voordrachten, gehouden op de Alg. vergadering van de Prot. Christelijke Artsen Organisatie op 15 november 1958 te Utrecht, te bundelen en apart uit te geven. Immers het probleem van de k.i. is een actueel probleem, met vele facetten. Men mene toch niet dat alleen onvruchtbare huwelijken hiermede van doen hebben. Ook voor de medici, die de kunstbewerking moeten toepassen, rijzen er problemen van ethische en religieuze aard. Bovendien is het een vraagstuk dat niet buiten de samenleving en derhalve buiten de Overheid omgaat. M.a.w. zowel het individu, als de kerk, de staat en de maatschappij hebben er mede te maken. Vandaar, dat we in dit boekje de k.i. bij de mens van verschillende kanten belicht vinden.

Dr. Hijmans opent de rij met enkele inleidende beschouwingen over de k.i., daarbij als uitgangspunt nemend de 6 conclusies van het door de Generale Synode der Herv. Kerk aanvaarde rapport (1957). Daarna geeft coll. Cohen Stuart, zenuwarts, zijn visie op deze zaak, samengevat in een 19tal stellingen. Dr. Janssens houdt zich als vrouwenarts bezig met het medisch aspect van dit probleem, zonder evenwel de ethiek uit het oog te verliezen. Tenslotte beschouwt Mw. Dr. Diemer-Lindeboom de k.i.d. naar rechtelijke zijde, daarbij ook aandacht schenkend aan de taak van de Maatschappij van Geneeskunst in dezen. Aangezien alle inleiders zich beijverd hadden een doorwrochte studie te leveren, is dit boekje uitgegroeid tot een uitnemende verhandeling over een even moeilijk als fascinerend onderwerp. Elke arts zij dan ook deze studie van harte aanbevolen. A. C. D.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen