1962 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 15

BIJBEL EN NATUURWETENSCHAP OVER HET VERLEDEN

3

schap. Toch breng ik natuurlijk deze uitspraak ook wel met enige aarzeling onder Uw aandacht. Niet alleen is ze overbekend, maar bovendien werd ze vaak met zoveel simplisme gehanteerd als de oplossing van alle kwesties, dat ik er ernstig mee moet rekenen, dat alleen al het horen er van velen zal irriteren. Toch kan ik aan deze veel misbruikte uitspraak niet voorbijgaan. Niemand kan ontkennen, dat ze — als ze waar is — iets zegt dat voor ons onderwerp van grote betekenis is. Men zou daartegenover misschien willen opmerken, dat ze iets zegt, dat door ieder wordt ingezien en dat daarom onze moeilijkheden niet uit een gebrek aan inzicht op dit punt kunnen voortkomen. Lectuur en gesprekken deden bij mij echter de vraag rijzen, of men inderdaad mag stellen, dat genoemde waarheid door allen wordt ingezien. En zelfs als dat wel het geval zou zijn, zou het dan niet zo zijn dat een verder nadenken over de consequenties van het verkregen inzicht ons een heel eind verder zou brengen? Zou men zelfs niet mogen beweren, dat onze vragen voor een groot deel opgelost zouden zijn, als we maar heel duidelijk zagen wat het precies inhoudt, dat de Bijbel geen wetenschappelijk werk is? Waarom zeggen we dat laatste eigenlijk? Op de catechisatie hebben velen van ons moeten leren, dat Paulus in 2 Tim. 3 : 16 spreekt over de door God ingegeven Schrift. We moeten nu eens letten op de context van deze woorden. In het voorafgaande vers wordt gezegd, dat de Schriften „wijs kunnen maken tot zaligheid door het geloof in Jezus Christus". Dat is dus blijkbaar het doel van de Schrift. Het gaat in de Schrift om het heil. Vandaar dat in het volgende vers gezegd wordt, dat de met dit doel gegeven Schrift „nuttig is om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust". Door de Schrift openbaart God zich aan ons. We laten buiten beschouwing, dat velen behalve van de openbaring Gods door de Schrift ook nog spreken van een algemene openbaring of een scheppingsopenbaring. Van de openbaring die we ontvangen door de Schrift, kunnen we in elk geval zeggen, dat ze gericht is op ons heil. We leren deze openbaring kennen door de Schrift, omdat de Bijbel getuigt van het heilshandelen Gods in Christus. In dit heilshandelen maakte God zich bekend, daarin openbaart God zich. We moeten er daarbij goed opletten, dat deze openbaring zelfopenbaring Gods is. De Schrift kan ons wijs maken tot zaligheid, omdat de Schrift ons God doet kennen als de genadige Vader, die onze zonde wil verzoe-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen