1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 226

154

A. C. DROGENDIJK

De prostitutie vertoont volgens deskundigen een relatief dalende lijn 26). In verhouding tot de groeiende bevolking is n.l. de prostitutie afgenomen. Is dit evenwel een verblijdend teken? Op zichzelf genomen zeker, al moet daarbij bedacht worden dat volgens ramingen minstens 20 % van de mannelijke bevolking van Nederland zich één of meermalen met prostituees afgeeft. De vraag is evenwel wat de oorzaak is van deze vermindering. Enerzijds zal dit ongetwijfeld op rekening gesteld moeten worden van het gunstig gevolg van het Nederlandse stelsel inzake de bestrijding van de prostitutie. Anderszijds is het echter zeer waarschijnlijk een gevolg van een andere mentaliteit in sexueel opzicht. Tegenover afname van de prostitutie toch staat een belangrijke toename van het .illegitiem" geslachtsverkeer, van een losser worden van de sexuele relaties, met name onder teenagers en jeugdige volwassenen 27). Nog onlangs is in een Engels rapport op dit verontrustend feit gewezen, in welk rapport tevens de oorzaak werd aangewezen waarom de promiscuïteit tegenwoordig groter is dan vroeger, te weten een „radically altered attitude towards sexual morality and morality in general" 28). Het moge dan misschien waar zijn wat Wong Lun Ting oppert, dat de opkomende generatie van jonge mensen minder prostitutioneel denkt en minder prostituantele neigingen aan de dag legt dan de andere generatie, zoeven genoemd feit, t.w. de toename van het promiscue geslachtsverkeer, is geen reden om zich over te verheugen, want het betekent in feite een achteruitgang van de hoge opvatting van het monogame huwelijk en derhalve in wezen een verslechtering van de zedelijk-maatschappelijke toestanden. In dit verband moge nog op een ander ongunstig verschijnsel gewezen worden. In tal van landen (volgens een opgave van W.H.O. niet minder dan 105) is er een stijging geconstateerd van het aantal 2") Intussen is de verbreidheid van de prostitutie nog altijd ontstellend. Zo schatten b.v. de in het rapport aan het woord zijnde deskundigen het aantal beroeps-prostituées in Amsterdam op ± 2000. „Op een gemiddelde van 4 tot 5 klanten per dag betekent dat voor Amsterdam alleen een acht tot tienduizend maal gekochte „liefde" per dag. Dat betekent voor een jaar van een kleine driehonderd werkdagen het ontstellende getal van rond 2.500.000!" 2') Volgens Smith (a.h.w. blz. 194—195 en 275) heeft de promiscuïteit een dergelijke omvang in Europa en Amerika aangenomen, dat ze zelfs een ernstige bedreiging vormt voor de prostituees. ^^) Venereal Disease and Young People. A British Medical Association Report, p. 34. Lomdon, 1964.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen