GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 301

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

WIE A ZEGT MOET OOK B ZEGGEN

217

van hij als laatste tevens de kroon is. Die mens is uit aarde aarde. God vormt hem van stof uit de aardbodem. Wel blaast Hij de levensadem in zijn neus. Maar dat doet Hij ook bij de dieren, zoals de Prediker terecht opmerkt. De dieren zijn dan ook de eerste naasten die Adam ontdekt. Hij geeft hun namen en het kost enige tijd eer hij bemerkt dat hij nog een andersoortige naaste behoeft. Verderop in het O.T. heet de mens veelvuldig „vlees", wat hier de betekenis heeft van: zwak, nietig, sterfelijk. Want dat is hij: stof dat tot stof wederkeert. Het N.T. legt in het licht van Christus' opstanding nog andere accenten, n.l. op de bestemming van de mens om het beeld van de verheerlijkte Christus te dragen. Maar mèt het O.T. weet het N.T. van de oorsprong van de mens uit de lagere wereld en van het feit dat wij nu nog het beeld dragen van de „choïkos", van de „stoffelijke" zegt de nieuwe vertaling. Met het oog op dit bijbelse verkondigingselement zou de christelijke gemeente veel opener en onbevangener tegenover Marx, Darwin en Freud hebben moeten staan dan ze gedaan heeft en veelszins nog doet. Zij herinneren ons evenzeer aan bijbelse waarheden als Kant, Schelling en Hegel. De laatsten wijzen op onze bestemming, de eersten drukken ons met de neus op onze afkomst. Zeker, ze ontsporen wanneer ze in de verzoeking van het „nothing but" vallen, d.w.z. wanneer ze menen dat dit het enige, tenminste enig-wezenlijke is, wat over de mens te zeggen is. Maar hun verenging van het mensbeeld is niet goddelozer dan de overmoedige dromen van het wdjsgerig idealisme over de mens. En de christelijke gemeente mag hier, terwiUe van de boodschap die ze verder draagt, geen partij kiezen vóór het idealisme tégen het realisme. Toch heeft ze het wel gedaan. Wij zijn daardoor scheef gegroeid. Wij hebben een te preutse mensbeschouwing. Wij generen ons nog steeds voor onze biologische afkomst, die Darwin ontdekte, voor onze maag waar Marx op wees, voor ons driftenleven dat Freud blootlegde. Via het b-denken van onderop hebben wij nog een heel stuk bijbelse prediking aangaande de mens te verwerken. Met mijn vierde punt kom ik aan de toepassing van het b-denken in de techniek. Beide behoren tezamen omdat ze consequent de wereld tot ons voorwerp maken, de eerste in het denken, de tweede in de daad. Zo heeft het b-denken geleid tot een volstrekt nieuwe en ongeëvenaarde onderwerping van de aarde. Dat herinnert ons aan een woord uit Gen. 1, waar God tot de zo juist geschapen mens zegt:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 301

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's