GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 125

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

G. C. VAN NIFTRIK

93

teit en geestelijkheid. Er is geen échte tegenstander. Er is geen échte vijand. Fichte's monisme triomfeert. De oude Fichte verlustigt zich in een vergeestelijke natuur. De vijand is tot vriend geworden. In het algemeen kan men zeggen: Er zijn vormen van idealisme, die de natuur als geheel vreemd aan de geest zien en daarom een dualisme van geest en natuur (zinnelijkheid) aanvaarden. „Weliswaar houdt men er aan vast, dat de natuur vergeestelijkt moet worden, maar zij kan zo weerbarstig blijken te zijn, dat men gaat wanhopen aan haar doordringing door de geest" (Prof. dr. H. de Vos, Inleiding tot de wijsbegeerte, Nijkerk 1951, p. 206). Al denkt het idealisme als regel vrij optimistisch over de mogelijkheid van vergeestelijking van de natuur —, het weet nochtans met een geduchte tegenstander te doen te hebben, die zich niet zó gemakkelijk aan het proces van vergeestelijking overgeeft. Een monistisch idealisme van grote godsdienstige en zedelijke ernst is ten onzent in de vorige eeuw gepredikt door de inaugurator en grootmeester der vrijzinnige theologie, J. H. Scholten (1811-1885), kort hoogleraar te Franeker en vele jaren te Leiden. Ook zijn monisme was uit de aard der zaak geneigd optimistisch te denken over de mogelijkheid van vergeestelijking der natuur. Nochtans blijft de idealistische mens op zijn hoede voor de principiële vijand en bedreiger van de geest: natuur, stof, zinnelijkheid. De vrijheid van de geest, hoe machtig ook, blijft altijd een belaagde vrijheid. De natuur, de stof, de ons omringende dingen, door Descartes neutraal verklaard —, door het philosophische idealisme als vijand ervaren, wordt door J. P. Sartre een walgelijke werkelijkheid, waartegen de vrijheid van de mens, het pour-soi, zich als het ware met armen en benen verzetten moet om nog ruimte te houden voor de menselijke waardigheid, zijn vrijheid. De titel van Sartre's eerste en wellicht meest grootse werk La nausée wordt gewoonlijk vertaald als Walging. Ik meen, dat deze titel nog beter vertaald zou kunnen worden als „Ademnood". Men krijgt een gevoel van misselijkheid, als in een vertrek de zuurstof gaat ontbreken. Als de vrijheid van het pour-soi steeds maar weer opbotst tegen de absurde, massieve gegevenheden (en-soi) —, wanneer die vrijheid geen speelruimte genoeg heeft voor de uitvoering van haar projecten, ontstaat een gevoel van misselijkheid, van walging, la nausée. Terwijl idealistische philosophen nog van mening kunnen zijn, dat er een verborgen harmonie tussen geest en natuur bestaat, welke harmonie bij het proces van vergeestelijking wel aan het licht zal treden, zodat de vijand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 125

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's