GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 175

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

A. C. DROGENDIJK

135

een placebo reageren. Ook schijnt het zo t e zijn dat opvoeding, levensgewoonten en attitude van invloed zijn op het al dan niet gunstig reageren op een placebo. Hoe groter het geloof van d e patiënt in d e werking van het geneesmiddel is, hoe groter zijn enthousiasme, des te gunstiger zijn ook de resultaten. Evenals bij farmacologisch werkzame middelen spelen ook bij de toediening van placebo's omstandigheden buiten de ziekte om een negatieve of positieve rol. Als zodanig fungeren: weersomstandigheden, familietwisten, burenruzies en niet te vergeten datgene w a t men in de dagbladen leest en op welke wijze men hierop reageert. O m d a t de placebotoediening een vorm van psychotherapie is, is d e samenstelling van het placebo, alsmede d e toe te dienen hoeveelheid betrekkelijk irrelevant. Toch is één en ander volgens L e s l i e niet volmaakt onverschillig. Zowel de kleur als de geur schijnen een zekere invloed uit te oefenen; een bittere bijsmaak kan het effekt verhogen; zeer kleine of zeer grote tabletten maken meer indruk dan tabletten van normale afmeting; een oneven aantal druppels is beter dan een even aantal; het langzaam laten toe- resp. weer afnemen van d e t e gebruiken hoeveelheden per dag versterkt het gunstig effekt e.d. Zodoende vindt er bij d e toediening van placebo's een samenspel plaats van drie faktoren, t.w. behandelend arts, patiënt en het placebo zelf. Zoals wij gezien h e b b e n zijn echter de eerste twee genoemde verreweg de belangrijkste. Hoewel het reeds lang bekend is dat toxiciteit niet alleen voorbehouden is aan sterk werkende geneesmiddelen, maar ook kan voorkomen bij „eenvoudige" middelen ( N o a c h s ) ) zou men toch niet verwachten dat een middel, hetwelk uitsluitend farmacologisch onwerkzame stoffen bevat, bij toediening een schadelijke uitwerking kan hebben. Niettemin is dit het geval. In de zoeven aangehaalde studie van B e e c h e r worden hieromtrent indrukwekkende getallen vermeld. Zo klaagde 9 % van d e patiënten over een droge mond, 10 % over misselijkheid, 18 % over loomheid, 25 % over hoofdpijn.

")

Genoemde auteur maakt in het betrokken gedeelte van zijn rede nog de volgende behartigingswaardige opmerkingen: „De mensheid is niet blindelings en abrupt in de val van de geneesmiddelentoxiciteit gelopen en de thans veelvuldig verkondigde mening, dat het publiek eerst door het Thalidomidedrama geconfronteerd werd met de mogelijke gevaren van moderne farmaca moet als onjuist van de hand worden gewezen. Niet het besef van deze gevaren is nieuw, maar de algemene verontrusting er over.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 175

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's