GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 205

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

p. J. ROSCAM ABBING

165

dische ethiek die vanuit ons onderwerp gezien secundair zijn (waarheid aan het ziekbed, beroepsgeheim, etc.) zoveel mogelijk laten rusten. Onze schrijfwijze zal hier en daar vrij thetisch zijn. Het is wel voorzichtig maar ook onbevredigend het bij het formuleren van vragen te laten. Als wij gedecideerde antwoorden geven, zullen dat geen ongefundeerde antwoorden zijn, terwijl zodoende duidelijkheid en een rëele discussie bevorderd wordt; niettemin blijft het ook o.i. uiteraard mogelijk dat over honderd jaar, of weldra, een en ander anders gesteld en beantwoord moet worden. Het is onze bedoeling eerst een aantal algemene beschouwingen aan ons onderwerp te wijden (I), daarna bij wijze van concretisering de ethiek van het medisch handelen vanuit de verantwoordelijkheid van de arts te bezien (H) om tenslotte de ethiek van de patiënt daarbij te betrekken (Hl).

I

Algemene

beschouwingen

Wat is de principiële fundering van het medische handelen? Men kan nuchter beginnen met op te merken dat dat handelen gebaseerd is op een ruil-relatie terwille van eigenbelang. De arts bewijst aan burgers bepaalde door hen verlangde diensten in ruil voor het betalen van rekeningen. Dat is juist, maar het beschrijft alleen de buitenkant. - Men kan er verder op wijzen dat elke arts deel uitmaakt van een groot corps dat in zijn geheel de medische zorg voor de bevolking heeft uit te oefenen, in opdracht van die gemeenschap. Dat de arts meestal een vrij beroep vervult, strijdt niet met het feit dat hij werkt namens en voor de gemeenschap. De bevolking heeft recht op medische zorg, en de arts doet dienaangaande zijn plicht. Hij zoekt niet slechts zijn financieel eigenbelang, maar ook datgene waar zijn patiënten als deel van de bevolking, recht op hebben. - Toch is zelfs met de woorden juridisch recht en morele plicht niet alles gezegd. Uiteindelijk behoort de medische zorg voor de patiënt gedragen te worden door liefde voor hem. De arts behoort hart te hebben voor zijn patiënt, liefdevolle zorg, naastenliefde. Die liefde rekent niet uitsluitend met afgepaste rechten en plichten. Toch is echte liefde niet strijdig met geestelijke plicht en recht, want wie liefheeft, heeft het besef, niet meer dan zijn plicht te doen, en de ander aan zijn recht te helpen. Paidus zegt daarvan: weest niemand iets schuldig dan elkaar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 205

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's