GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 270

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

210

DESCARTES EN HET GENEESKUNDIG DENKEN IN NEDERLAND

Naarden in conflict brachten met de kerkelijke autoriteiten, werd in 1638 naast Willem van der Straaten (1593-1681) in de medische faculteit van de jonge Utrechtse universiteit benoemd als buitengewoon hoogleraar. Het is zeker een verdienste van Regius, dat hij reeds in 1640 door een leerHng Harvey's theorie van de bloedsomloop in een publieke disputatie liet verdedigen. 14 Aanvankelijk was Regius een toegewijd en volbloed Cartesiaan; hij zond de stellingen, die hij in het openbaar wilde laten bedisputeren, naar Descartes, en aanvaardde diens voorgestelde wijzigingen. In zijn colleges legde hij Cartesiaanse opvattingen met instemming uit zeer tot ongenoegen van zijn collega's in de Theologische Faculteit, waarvan de bekende Gijsbert Voetius (1589-1676) de primarius was. Dit leidde tot een ernstig conflict in de Hogeschool. Op 17 maart 1642 stelde de Senaat een judicium op, waarbij de Cartesiaanse wijsbegeerte werd veroordeeld. Enige jaren geleden is in Duitsland een exemplaar ontdekt van een werkje, dat Regius onder de titel Physiologia sive Recognitio sanitatis in 1641 in het licht zond.is Het is eigenlijk niet meer dan een verzameling van drie disputaties door zijn leerlingen onder zijn voorzitterschap gehouden. Volgens Rothschuhi^ toont hij daarin soms een bijna slaafse afhankelijkheid van de Meester, die op zijn beurt hoge gedachten van zijn leerling koesterde, i'^ En toch was Regius in zeker opzicht een zelfstandig denker. Na enige jaren begon hij van de Cartesiaanse ideeën af te wijken, met name ten aanzien van diens beschouwingen over de ziel en de psychologie, is Tegen het nadrukkelijk advies van Descartes gaf hij in 1646 zijn Fundamenta physices uit, waaruit een ieder kon zien, hoe zeer hij van hem afweek. Dit leidde tot een breuk tussen de vroegere vrienden, die nimmer is geheeld.i9 Regius was voor Descartes van dat ogenblik af de ontrouwe leerling (infidelis discipulus). Ongestoord bleef de vriendschap met de Leidse dokter Cornelis van Hoghelande (1590-1662). Deze minder bekende, sympathieke figuur (aan wien ik een afzonderlijke schets hoop te wijden) was een Rozekruiser, die als zodanig zijn hrJp aan de armen gaf om niet. Toen Descartes in 1649 naar het hof van koningin Christina van Zweden vertrok., liet hij bij hem een kist met papieren achter, die enige jaren na zijn overlijden (op 11 februari 1650) is geopend. Ook Van Hoghelande publiceerde in 1646 een boek. Ondanks de wijdlopige titel, die wijsgerige beschouwingen aankondigt, is de Cogitationes'^^ hoofdzakelijk gewijd aan een uiteenzetting van de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 270

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's